Ped HC 7-9 Flashcards

1
Q

Welke groep ouders geven aan dat hun kind minder vaak aardig gevonden door andere kinderen?

A

Turks, Marokkaanse en Surinaamse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke groep ouders geven aan dat hun kind vaker vecht?

A

Turk en Surinaamse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke groep ouder geven aan dat hun kind vaker verkeerde vrienden heeft?

A

Surinaams en Antilliaanse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke groep ouders geven aan vaker ongelukkig, verdrietig of in tranen te zijn (Emotionele problemen)?

A

Turkse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welke groepen jongeren hebben in vergelijking tot autochtone Nederlandse jongeren een matige gezondheid?

A

Turk, Marokkaans, Antilliaans en overige niet-westers migranten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welke groepen jongeren vertonen in vergelijking tot autochtone Nederlandse jongeren gedragsproblemen ?

A

Turk, Marokkaans, Surinaams, Antilliaans en overige niet-westers migranten:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke groepen jongeren geven aan in vergelijking tot autochtone Nederlandse jongeren hyperactief gedrag te vertonen?

A

Turks, Marokkaans, Surinaams en overige niet-westers migranten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe komt het dat allochtone kinderen/jongeren meer probleemgedrag ervaren en vertonen in vergelijking tot autochtone kinderen/jongeren? Welke verklaring geven ouders hiervoor?

A

Laaginkomen verklaart het grootste gedeelte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke groepen geven aan dat Probleemgedrag zou afnemen gezinnen als er meer uitleg wordt geven?

A

Turks en Marokkaanse gezinnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe komt het dat allochtone kinderen/jongeren meer probleemgedrag ervaren en vertonen in vergelijking tot autochtone kinderen/jongeren? Welke verklaring geven jongeren hiervoor?

A

Te verklaren door opvoeding en relatie met ouders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke verklaring geven Turkse jongeren voor probleem gedrag?

A

Kunnen moeilijk praten met vader

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke verklaring geven Antiliaase jongeren voor probleem gedrag?

A

geen contact met vader

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

welke 5 reacties kunnen ouder hebben op deliquent gedrag

A

Handelingsverlegen: ouders weten niet hoe ze er mee om kunnen gaan. ‘hij luistert toch niet’ mentaliteit.

Oogluikend toestaan: ouders die het wel weten, maar stellen verder geen vragen over.

Vergoelijken: ouder die zich niet zo druk maken of het crimineel gedrag klein praten.

Openlijk goedkeuren

Afkeuren van crimineel gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe noem je de reactie van een ouder op delinquent gedrag bij de volgende stelling “ouders weten niet hoe ze er mee om kunnen gaan. ‘hij luistert toch niet’ mentaliteit.”

A

Handelingsverlegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe noem je de reactie van een ouder op delinquent gedrag bij de volgende stelling “ouders die het wel weten, maar stellen verder geen vragen over.”

A

Oogluikend toestaan:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe noem je de reactie van een ouder op delinquent gedrag bij de volgende stelling “ouder die zich niet zo druk maken of het crimineel gedrag klein praten.

A

Vergoelijken

17
Q

Tot welke soort families behoren de volgende kenmerken?
laag verantwoordelijkheidsgevoel voor de opvoeding;

Weinig supervisie

In huis veel verbaal en fysiek geweld

A

Straatfamilies

18
Q

Tot welke soort families behoren de volgende kenmerken?

Verantwoordelijkheidsgevoel bij kinderen bijbrengen

Autoriteit accepteren

Schooldiploma halen (je best doen)

Het ‘rechte pad’ bewandelen

A

fatsoenlijke families

19
Q

Benoem in welk aspect in het identiteitsontwikkelingsproces een individu zich bevindt als er weinig onderzocht maar de persoon heeft nog geen keuze gemaakt.

A

Dan is er sprake van diffusion.

20
Q

Benoem het aspect in het identiteitsontwikkelingsproces waarin veel onderzoek heeft plaatsgevonden, maar geen duidelijke gemaakt; het nemen van een pauze

A

Moratorium

21
Q

Benoem Het aspect in het identiteitsontwikkelingsproces waarin een individu zich heeft verdiept in een godsdienst en een duidelijke keuze heeft gemaakt.

A

Achievement

22
Q

Benoem het aspect in het identiteitsontwikkelingsproces waarin Een binding of duidelijke keuze maar niet voldoende onderzocht.

A

Forclusure

23
Q

Tot welk burgerschrapperspectief of ideaal behoren de volgende kenmerken:Individualistisch mensbeeld; Mensen handelen uit eigen belang, die wel rekening kan houden op met anderen.

A

Neoliberale burgerschapsideaal

24
Q

Tot welk burgerschrapperspectief of ideaal behoren de volgende kenmerken: Primaire streving: zelf ontplooiing van het individu

Belangrijke waarden: zelfredzaamheid en zelfstandigheid. Op eigen benen kunnen staan

A

Neoliberale burgerschansideaal

25
Q

Hoe ziet de opvoeding eruit met een neoliberaal perspectief?

A

In de opvoeding: jongeren bewust maken van de rechten die ze hebben. Jongeren leren om nodig te zijn en de ruimte geven zichzelf uit te spreken.

26
Q

Tot welk burgerschrapperspectief behoren de volgende kenmerken of ideaal: De gemeenschap staat centraal, De mens is een gemeenschapsmens

Een burger streeft op sociaal politiek gebied gemeenschappelijke doelen nastreeft: de bestrijding van armoede, goed onderwijs voor iedereen, respectvol met iedereen omgaan.

A

Communistische burgerschatideaal

27
Q

Tot welk burgerschrapperspectief of ideaal behoren de volgende kenmerken:

Iedereen moet zich aanpassen aan de norm zodat je uiteindelijk een goede samenleving creëert voor iedereen.

A

Communistische burgerschatideaal

28
Q

Waarom is het belangrijk doelbewust op te voeden te democratische burgerschap? geef 3 redenen hiervoor.

A

Democratie gaat niet vanzelf. Geen aangeboren democratische neiging.

Omgang met anderen is soms lastig.

Vraagt om de keuze on naar andere te luisteren, en dat er andere perspectieven zijn.

Democratische samenleving is kwetsbaar.

Iedere generatie moet opnieuw de keuze maken?

Hoe kan je een nieuwe generatie toerusten voor democratische samenleving

29
Q

wat zijn de twee voorwaarden voor democratie activiteit volgens J, Dewey

A

Open communicatie met zoveel mogelijk mensen.

De belangen van anderen moeten erkend worden en meegenomen worden in het handelen en de afwegingen die worden gemaakt.