PCS PCM Flashcards

1
Q

3 typen communicatie stijlen

A

rustige stijl, zakelijke stijl, starter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

drijfveer rustige stijl

A

veiligheid inschatten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

drijfveer zakelijke stijl

A

inhoud en persoon toetsen op logica en betrouwbaar maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

drijfveer starter

A

het gesprek op gang laten komen en mening kenbaar maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

zorgen-motto rustige stijl

A

voldoe ik aan de vermeende verwachtingen van de omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

zorgen-motto zakelijke stijl

A

geconcentreerde en kritische houding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

zorgen-motto starter

A

word ik gehoord en word ik eigenlijk wel op waarde geschat?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

kwaliteiten rustige stijl

A

niet aanvallende en rustige manier van communiceren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

kwaliteiten zakelijke stijl

A

rustige houding en ordening tijdens een gesprek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

kwaliteiten starter

A

zorgen voor gezelligheid en nek uit durft te steken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

valkuil rustige stijl

A

zorgelijke gedachten zorgen voor zwijgzaamheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

valkuil zakelijke stijl

A

bot, scherp, kort door de bocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

valkuil starter

A

geeft anderen het gevoel dat ze er niet tussen kunnen komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

gesprekstechnieken

A

luisteren, open vragen, gesloten vragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

luisteren

A

zowel de inhoud als de emotie waarmee wordt gesproken beluisteren en interpreteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

open vragen:

A

vragen naar het hoe, wat en waarom

17
Q

gesloten vragen:

A

met ja of nee te beantwoorden

18
Q

concretiseren

A

met behulp van open vragen doorvragen op een onderwerp dat op een algemene manier is verwoord

19
Q

samenvatten

A

compact en zakelijk verwoorden wat is gezegd

20
Q

parafraseren

A

op een vragende manier de (vermeende) achterliggende bedoeling verwoorden

21
Q

letterijk herhalen

A

stimuleren om meer te vertellen door op een vragende manier een (onduidelijke) zin letterlijk te herhalen

22
Q

gevoelsreflectie

A

het benoemen van emoties

23
Q

het model van adviseren

A

voorbereiding, advisering, besluitvorming, evaluatie

24
Q

AHA-model

A

adequaat, helder en acceptabel

25
Q

IAA-model

A

introductie, advies, afsluiting

26
Q

verwijzen client 3 stappen:

A

informeren, motiveren, afspraak maken

27
Q

RVL BT

A

autoritait rivaliserend

28
Q

RVL BS

A

dominant leidend

29
Q

RVL SB

A

helpend coachend

30
Q

RVL SO

A

cooperatief volgzaam

31
Q

RVL OS

A

onzeker afhankelijk

32
Q

RVL OT

A

teruggetrokken ontevreden

33
Q

RVL TO

A

wantrouwig opstandig

34
Q

RVL TB

A

tegen agressief