Pathologie: lymfoide, bloedvormende organen en bloedcellen Flashcards
Noem de primaire en secundaire lymfoide organen
Primair: thymus en beenmerg, secundair: lymfeklieren en milt
Wat vind je in het beenmerg? (4)
Liggen vetcellen, myoblasten, erythrocyten en megakaryocyten –> voor de ontwikkeling het lymfesysteem
Leukopenie =
afname van leukocyten
Neutropenie =
Afname van neutrofielen
Anemie =
Afname van hemoglobine in bloed door ijzer te kort
Megakaryocyten (bloedplaatjes) binden aan:
Receptoren voor de activatie en secretie van de granula wat fibrinogeen activeert voor stolling
Noem de 3 verschillende gebieden van de lymfeklier
Cortex (B-cel), paracortex (T-cel) en de medulla (T/B cel en macrofagen)
Noem 5 reactieve lymfadenopathie
Folliculaire hyperplasie, paracorticale hyperplasie, sinus hyperplasie, granulomateuze inflammatie en acute lymphadenitis
Noem 2 maligne lymfomen
Hodgkin en non-hodgkin lymfoom
Waarom krijgt witte pulpa zijn benaming?
Omdat er in de witte pulpa geen bloed is
Leukemie =
Neoplastische proliferaties van beenmergcellen met circulatie van leukemische cellen in perifere bloed en verdringing van andere beenmerg elementen –> acuut en chronisch