Histotechniek Flashcards
Chemische fixatie geeft een goede:
Morfologie
Fysische fixatie geeft een goede:
Antigeniciteit
Waardoor is de antigeniciteit lager bij een chemische fixatie?
Doordat de fixatie bindingen aan gaat met het weefsel waardoor antilichamen minder plek heeft om te kunnen binden sinds deze al bezet zijn
Waarvoor gebruik je magnetron?
Om de epitopen op een weefsel weer herkenbaar te maken –> antigen retrieval
PATOS…
versneld de fixatie proces doordat moleculen sneller bewegen
Vries substitutie =
onder vacuum de water mantel verwijderen in e.g. aceton/alchohol, dit voorkomt krimping
Kritisch punt =
het moment dat een vloeistof naar de gasfase springt
Hoe krijg je maximale fixatie en morfologie voor EM?
Door te fixeren met osmium en glutaaraldehyde
Osmolariteit =
Het aantal deeltjes in een buffer, als deze laag is krijg je een hypotome oplossing
Hoe kun je osmolariteit verhogen?
Door sucrose (suiker) toe te voegen om het aantal deeltjes te verhogen
Hoe kun je krimping voorkomen?
Door high-pressure freezing of door een additief toe te voegen e.g. Bouin
Normaliteit =
gaat over de lading (H+)
Molariteit =
Gewicht
Welke fixatie gebruik je voor lipiden?
Fysische fixatie, want onder paraffine lost het op
Waar wordt enzymhistochemie voor gebruikt?
Om aan te tonen of een eiwit een substraat kan knippen –> dus de enzymatische activiteit
Hoe komt het dat moleculen migreren? hoe kun je dit voorkomen?
Deze migreren door diffusie, dit kan worden voorkomen door te fixeren met formaline
Noem een catalysator:
Peroxidase H2O2
Hoe kun je immuno methodes versterken?
Door ABC methode, goud-zilver en peroxidase anti-peroxidase (PAP)
Wat moet je doen tussen oplossingen in tijdens immuno?
Enzymen e.g. pronase of gevoelige antigenen toevoegen want niet alle epitopen komen vrij tijdens antigen retrieval
Absorptie =
Een bepaalde kleur zien omdat alle andere golflengtes worden geabsorbeerd