pathologie Flashcards

1
Q

Geef de definitie van artrose

A

disbalans tussen de aanmaak en de afbraak van kraakbeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waardoor wordt artrose beïnvloed?

A

biochemische prikkels (ouderdom) en mechanische prikkels (overbelasting, onderbelasting en trauma)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houdt de biochemische prikkel bij artrose in?

A

verandering kraakbeen structuur en fragmenteren PG’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar worden de PG’s gemaakt?

A

chondrocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat gebeurt er met je gewricht bij overbelasting?

A

contact oppervlakte veranderen, weinig synovia, hoge compressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het klachtenbeeld bij artrose?

A

progressieve pijn, opstartstijfheid, crepitaties, afname adl

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het functionele klachtenbeeld bij artrose?

A

krachtverlies abductoren, verminderde stabiliteit, bewegingsbeperking endorotatie/flexie/extensie/abductie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarmee kan je artrose graderen?

A

Kellgren-Lawrence Scale

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Noem 3 systemische risicofactoren voor artrose

A

leeftijd, geslacht, overgewicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Noem 3 intrinsieke biomechanische risicofactoren voor artrose

A

trauma, gewrichtsaandoening, congenitaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Noem 3 extrinsieke biomechanische risicofactoren voor artrose

A

overgewicht, beroep, sport

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom dienen ze 3 maanden glucosamine toe bij artrose?

A

meer aanmaak PG’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Noem gewrichtsbesparende behandelingen bij artrose

A

lavage en nettoyage, microfracturering, pandakcorrectie, correctieosteotomie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is microfracturering?

A

in het bot boren zodat beenmerg bij het kraakbeen komt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke kant is meestal aangedaan bij gonartrose?

A

mediaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het capsulaire patroon bij coxartrose?

A

endorotatie, flexie, extensie, abductie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is het capsulaire patroon bij gonartrose?

A

flexie, extensie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welke structuren liggen tussen de trochanter major en de tractus iliotibialis?

A

bursa trochanterica, pezen gluteus minimus/medius

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Waardoor kan het trochanter major pijnsyndroom door ontstaan?

A

snapping hip, slijmbeurs letsel, tendinopathie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welke structuren lopen in de lies?

A

heupabductoren, rectus abdominus, iliopsoas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Is het gesloten maantje de laterale of mediale meniscus?

A

lateraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Welke kant van de meniscus is meestal aangedaan?

A

mediaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Bij het ontstaan van VKB-letsel is er gebrek aan stabiliteit door …

A

gebrek aan feed-forward activatie, gebrek aan feed-back activatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Hoe is het beloop bij artrose?

A

wisselend, langzaam progressief, flares

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat zijn typische symptomen bij gonartrose?

A

genus varus, valgus laxiteit, flexiecontractuur, slotklachten, givingaway

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Bij het beloop van gonartrose is de varusstand een …

A

vicieuze cirkel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Noem de operatieve behandeling bij patellofemorale artrose

A

metalen plaat op femur, plasticeren patella

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Wat zijn de symptomen van het trochanter major pijnsyndroom?

A

lokale pijn, pijn tijdens traplopen, pijn volledige ROM, snapping hip

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Wat zijn de symptomen van liesklachten?

A

drukpijn os pubis, verminderde abductie en retroflexie, pijn bij gebruiken spieren in lies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Welke soort spieren zijn het vaakst aangedaan?

A

fast twitch, bi-polyarticulaire spieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Wat is het traumamoment bij VKB letsel?

A

flexie, valgus, endrotatie femur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

VKB-letsel gaat vaak gepaard met letsel van …

A

mediale collateraal band, kraakbeen, meniscus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

AKB-letsel kan komen door …

A

dashboard trauma, hyperextensie trauma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Wat is het traumamoment bij meniscusletsel?

A

flexie, rotatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Hoeveel % van de belasting komt op de meniscus bij flexie?

A

90%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Welke soorten scheuren zijn er bij meniscusletsel?

A

flapscheur, radiale scheur, horizontale scheur, verticale scheur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Hoe kan je VKB-letsel en meniscusletsel van elkaar onderscheiden na het trauma?

A

VKB snelle hydrops

38
Q

Welke collaterale band bij de knie is het vaakst aangedaan?

A

mediale

39
Q

Hoe wordt tendinopathie van de patellapees ook wel genoemd?

A

jumper’s knee

40
Q

Wat is de officiële naam voor jumper’s knee?

A

patella pees tendinopathie

41
Q

Hoe wordt het iliotibiaal bandsyndroom ook wel genoemd?

A

runner’s knee

42
Q

Wat is de officiële naam voor runner’s knee?

A

iliotibiaal bandsyndroom

43
Q

Bij welke stand komt er het meeste druk op de laterale epicondyl door de tractus iliotibialis?

A

30 graden flexie

44
Q

Wat zit er tussen het laterale epicondyl van het femur en de tractus iliotibialis?

A

vetweefsel

45
Q

Waar zit het probleem bij het iliotibiaal bandsyndroom?

A

tussen het laterale epicondyl en de tractus ilioitibialis

46
Q

De patella schiet het meest richting … bij luxatie

A

lateraal

47
Q

Wat zorgt voor actieve stabiliteit van de patella?

A

vastus medialis en tractus ilioitibialis

48
Q

Welke bursa kunnen aangedaan zijn bij bursitis rond de knie?

A

bursa pre en intrapatellaris

49
Q

Hoe wordt kniekuilcyste ook welk genoemd?

A

baker’s cyste

50
Q

Wat is een kniekuilcyste?

A

kapseluitstulping bij hydrops

51
Q

Wat zijn risicofactoren voor het patellofemoraal pijnsyndroom?

A

vergrote q-hoek, disfunctie kinetische keten, verminderde stabiliteit, patella maltracking

52
Q

Bij welke aandoening lijkt het alsof je aangetikt word?

A

zweepslag

53
Q

Wat is beperkt bij zweepslag?

A

dorsaalflexie

54
Q

Wat is er aan de hand bij mediaal tibiaal stresssyndroom?

A

overbelasting origo soleus, drukpijn, verhoogde activiteit osteoclasten, verminderde botdichtheid

55
Q

Wat zijn de gradaties bij inversietrauma?

A

distorsie, partiele ruptuur, enkelvoudige ruptuur, meervoudige ruptuur

56
Q

Welk ligament is meestal aangedaan bij inversietrauma?

A

lig. talofibulaire anterius

57
Q

Welk ligament is aangedaan bij een syndesmoseruptuur?

A

lig. tibiofibulaire anterior inferior

58
Q

Hoeveel % van inversietrauma krijgt chronische pijn/instabiliteit?

A

20-50%

59
Q

Wat is de meest voorkomende plek voor achillespees tendinopathie?

A

2-8cm craniaal van calcaneus

60
Q

Hoe heet de complicatie bij achillespees tendinopathie?

A

haglundse deformiteit

61
Q

Met welke test kan je achillespeesruptuur diagnosticeren?

A

thompson test

62
Q

Waardoor kan enkelartrose ontstaan?

A

andere gewrichts/kapsel aandoening, avasculaire necrose talus

63
Q

Welk spronggewricht is meestal aangedaan bij artrose?

A

bovenste

64
Q

Welke zenuw is beklemd bij het tarsale tunnelsyndroom?

A

n. tibialis

65
Q

Met welke test kan je tarsale tunnelsyndroom diagnosticeren?

A

teken van tinel

66
Q

Hoe heet de aandoening voor degeneratie van fascia plantaris?

A

fasciosis plantaris

67
Q

Wat is een holvoet?

A

pes cavus, hoog lengtegewreef met varusstand calcaneus

68
Q

Wat is een platvoet?

A

pes planovalgus, inzakking lengtegewreef

69
Q

Hoe heet de deformiteit van de grote teen?

A

hallux valgus

70
Q

Welke 3 teenafwijkingen zijn er?

A

malletteen, hamerteen, klauwteen

71
Q

Welke gradaties van bekkenfracturen zijn er?

A

A, stabiel - B, geïsoleerd - C, instabiel

72
Q

Wat is een complicatie bij bekkenfracturen?

A

shock, bij veel bloedverlies

73
Q

Noem de 7 soorten acetabulumfracturen

A

voorste pijler, voorste wand, achterste pijler, achterste wand, transversale, t-vormig, beide pijlers

74
Q

Welke trochanterfracturen zijn er?

A

geïsoleerde, pertrochantaire, intertrochantaire, subtrochantaire

75
Q

Bij welke fractuur gebruiken ze bij kinderen een elastische pen?

A

femurschacht fractuur

76
Q

Welke twee distale femurfracturen zijn er?

A

supra en transcondylair

77
Q

Hoe kunnen we patellafracturen classificeren?

A

verticaal, horizontaal, locatie

78
Q

Waarmee kan je enkelfracturen classificeren?

A

weber

79
Q

Wat houdt weber A in?

A

breuk onder syndesmose

80
Q

Wat houdt weber B in?

A

breuk thv syndesmose

81
Q

Wat houdt weber C in?

A

breuk boven syndesmose

82
Q

Hoe kan je voetfracturen diagnosticeren?

A

ottawa ankle rules

83
Q

Wat is congenitale heupluxatie/dysplasie?

A

laxiteit heupkapsel of ontwikkelingsstoornis acetabulum

84
Q

Bij welke aandoening wordt er bij baby’s een broekje aangedaan?

A

congenitale heupluxatie/dysplasie

85
Q

Wat is coxitas fugas?

A

voorbijgaande ontsteking van het art. coxae

86
Q

Wat is de ernstige vorm van coxitas fugas?

A

purulente coxitis

87
Q

Wat is de ziekte van Perthes?

A

avasculaire necrose heupkom/kop

88
Q

Wat is epiphysiolysis capitis femoris?

A

afglijding heupkom thv epifysairschijf

89
Q

Hoe heet de aandoening waarbij de heupkop van het femur afglijdt?

A

epiphysiolysis capsitis femoris

90
Q

Noem twee veelvoorkomende complicaties bij heupaandoeningen

A

artrose, avasculaire necrose

91
Q

Wat is de latijnse naam voor klompvoet?

A

pes equinovarus adductur

92
Q

In welke stand staat de voet bij klompvoet?

A

plaintairflexie, inversie, adductie