pasgeborene Flashcards

1
Q

geef de 6 zorgen voor de pasgeborene na bevalling

A
  • warmteverlies voorkomen
  • vrijmaken van de luchtwegen
  • navelstreng
    -beoordeling toestand van de
    pasgeborene
  • adaptatie aan extra-uteriene leven
  • veranderingen in circulatie
  • veranderingen in ademhaling
  • vitamine K toediening
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een belangrijke bron van wartme

A

Bruine vet dat zich tussen schouderbladen en rond de nieren bevindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe reguleert de pasgeborene zelf de wartmehuishouding?

A

vasoconstrictie
zich in foetale houding zo klein mogelijk maken
islotatie door onderhuids vet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waarom is hypothermie gevaarlijk?

A

leidt tot een verhoogde zuurstofbehoefte en anaerobe stofwisseling –> ontstaan van melkzuurproductie en metabole acidose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe vindt warmteverlies plaats (4)

A
  • radiatie (straling): gevolg van temp. verschil tussen lichaam en koudere omgeving. Geen direct contact!
  • evaporatie (verdamping): via huid en slijmvliezen
  • convectie (stroming): van lichaamsopp naar omgevende lucht
  • conductie (geleiding): afgifte van wartme via huid aan daaraangrenzend materiaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

interventies voorkomen van wartmeverlies

A

voorverwarmde droge doek
geen ventilatoren
warmtebron
bedekken van hoof
geen koude omgeving
onmiddelijk afdrogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

geef de 5 aspecten van APGAR

A

ademhaling
pols
spierspanning/tonus
kleur
reactie op prikkels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waarom is evolutie belangrijk

A

een lage score na 1 minuut gevolg door een goede score na 5 minuten is beter dan een matige score na 1 en 5 minuten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

belangrijkste kenmerken foetale circulatie

A
  • aanwezigheid van placentacirculatie
  • minimale longcirculatie
  • openingen tussen de long- en lichaamscirculatie: open foramen ovale en open ductus botalli
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

leg bloedcirculatie uit voor de geboorte

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

geef de veranderingen in circulatie na geboorte

A
  • zuurstof bereikt longen, alveolen ontplooien
  • weerstand in longvaten daalt –> longcirculatie neemt toe
  • druk in rechter atrium neemt af door toegenomen bloedstroom naar longen
  • druk in linker atrium neemt toe
  • ductus arteriosus sluit
  • foramen ovale sluit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

prikkels die leiden tot begin van ademhaling

A

hypoxie (daling zuurstofgehalte)
hypercapnie (koolzuurgehalte)
stijging stresshormoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wannee observaties te doen bij glycemie

A

enkel bij pasgeborene van diabetesmoeders en bij baby’s met geboortegewicht van meer dan 4kg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

geef de huidobservaties bij pasgeborene

A

kleur: prematuren zijn meer rood door dunnere huid waar subcutaan vetweefsel ontbreekt.
bij vasocunstructie is er een bleke huid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke andere huidobservaties zijn er nog?

A

Vernix caseosa
lanugobeharing
Milia (witte puntjes in de huid)
archipelvlek
Naevus van unna (ooievaarsbeet)
hemangiomen
petechiën
oedeem
blaarvorming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

geef de observaties bij de navel

A

bij het afbinden wordt gecontroleerd op dikte, aanwezigheid van 2 arteriën en 1 vene
navelstreng valt binnen 15d af. Is dit na 4 weken nog niet gebeurt is er sprake van immuundeficiëntie

Navelgranuloom: granulatie basis navelstreng
omphalitis
umbilicale fistel
hernia umbilicale