paragraaf 3 Flashcards

1
Q

stollingsgesteente

A

Gesteente dat is ontstaan door de afkoeling van lava of magma.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

graniet

A

Stollingsgesteente dat ontstaat door de langzame afkoeling van lava.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

basalt

A

Stollingsgesteente dat ontstaat door de snelle afkoeling van lava.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

aardmantel

A

Deel in het binnenste van de aardbol tussen de aardkorst en de binnenkern.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

convectiestroom

A

Stroming van het gesmolten gesteente onder de aardkorst binnen in de aarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

stratovulkanen

A

Vulkaan met steile hellingen die is opgebouwd uit lagen lava en pyroclastisch materiaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

explosieve uitbarsting

A

Heftige vulkaanuitbarsting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

kraterpijp

A

Verbinding tussen de magmakamer van een vulkaan en de krater.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

pyroclastische stroom

A

Hete gassen vermengd met stenen en as die bij een vulkaanuitbarsting de helling afrazen. Heet ook gloedwolk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

lava

A

Magma dat door de aardkorst naar buiten is gestroomd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly