Page 10 Flashcards
1
Q
en quête de qc
A
op zoek naar iets
2
Q
propre
A
eigen
3
Q
se démarquer de qn
A
zich distantiëren van iemand of iets
4
Q
s’affirmer en tant que
A
zich profileren als
5
Q
afficher qc
A
iets laten zien
6
Q
une appartenance
A
behoren bij/lidmaatschap
7
Q
assimiler qn á
A
iemand gelijkstellen aan
8
Q
un signe
A
(herkennings)teken
9
Q
s’apparenter á
A
lijken op
10
Q
un sigle
A
afkorting
11
Q
tribal
A
stam
12
Q
un produit
A
product
13
Q
viser á
A
ten doel hebben/streven naar
14
Q
attirer qn
A
iemand aantrekken
15
Q
un consommateur
A
consument
16
Q
admirer
A
bewonderen
17
Q
adorer
A
aanbidden
18
Q
célébre
A
beroemd
19
Q
la force
A
kracht
20
Q
la médiasation
A
in de media brengen