P330_331_ Flashcards
De handbagage
Les bagages à main
De luchtvaartmaatschappij
La compagnie aérienne
De boarding
L’embarquement
De vlucht
Le vol
Landen
Atterrir
Opstijgen
Décoller
Boarden
Embarquer
(De bagage) inchecken
Enregistrer (les bagages)
De bagage ophalen
Récupérer les bagages
Vliegen
Voler
De identiteitskaart
La carte d’identité
De veiligheidscontrole
Le contrôle sûreté
De reisdocumenten
Les documents de voyage
De identiteitspapieren
Les papiers d’identité
De hoogte
L’altitude
De aankomst
L’arrivée
De toestemming
L’autorisation
Het baden, zwemmen
La baignade
Overstappen
Changer de train
Uitstappen
Descendre (du train)
Instappen
Monter dans (le train)
Zijn aansluiting missen
Rater sa correspondance
Zijn aansluiting missen
Rater sa correspondance
Het kompas
La boussole
HeT (wild) kamperen
Le camping (sauvage)
De caravan
La caravane
De standplaats, de locatie
L’emplacement
De standplaats, de locatie
L’emplacement
het kampvuur
Le feu de camp
De luchtmatras
Le matelas pneumatique
De rugzak
La sac à dos
De slaapzak
Le sac de couchage
In de tent slapen
Dormir sous la tente
Zijn tent opzetten
Monter/planter sa tente
Zijn tent opvouwen
Replier sa tente
Het zonnen, zonnebad
Le bain de soleil
De ticketautomaat
La borne libre-service
Het kasteel
Le château
De airco(nditioning)
La clim(atisation)
De zonnecrème
La crème solaire
Het vertrek
Le départ
De folder
Le dépliant
De bestemming
La destination
De grens
La frontière
De openingsuren
Les heures d’ouverture
Het logement
Le logement
De toeristische dienst
L’office de tourisme
Het natuurpark
Le parc naturel
De passagier, de passagierster
Le passager, la passagère
Het landschap
Le paysage
De trektocht
La randonnée
De inlichting
Le renseignement
De rots
Le rocher
De reistas
Le sac de voyage
Het verblijf
Le séjour
Het badlaken, de strandhanddoek
La serviette de plage
De antimuggenspray
Le spray antimoustiques
De stage, cursus, kamp
Le stage
De dienst voor toerisme
Le syndicat d’initiative
De wereldreis
Le tour du monde
Het (duurzame) toerisme
Le tourisme (durable)
De toilettas
La trousse de toilette
De koffer
La valise
De zeilboot
Le voilier
De georganiseerde reis
Le voyage organisé
De reiziger, reizigster
Le voyageur, la voyageuse
Het (uit) zicht
La vue
Goed/slecht gelegen
Bien/mal situé(e)
Luidruchtig
Bruyant(e)
Comfortabel
Confortable
Onvergetelijk
Inoubliable
Prachtig
Splendide
Onthalen
Acceuillir
Wachten op (de vakantie)
Attendre (les vacances)
Zijn koffer maken
Faire sa valise/ faire ses bagages
Logeren, overnachten (in een hotel)
Loger (à l’hôtel)
Deelnemen aan
Participer à
(Zijn vakantie) doorbrengen
Passer (ses vacances)
Genieten van
Profiter de
(Vooraf) reserveren
Réserver (à l’avance)
Blijven
Rester
Terugkeren
Retourner
Terugkomen van
Revenir de
(Uit) rusten
Se reposer
Zich informeren
S’informer
Oversteken, doorkruisen
Traverser
Met bestemming ..
À destination de
In de buurt
À proximité
welkom
Bienvenue
Fijne vakantie
Bonnes vacances
In de richting van
En direction de
Komende uit
En provenance de
IK wens u een goede reis
Je vous souhaite un bon voyage
Het is beter te (reserveren)
Il vaut mieux (réserver)
