P226 Flashcards
1
Q
Een juwelier
A
Un bijoutier
2
Q
Een gemeenschap
A
Une communauté
3
Q
Schaaldieren
A
Des crustacés
4
Q
Een snoepje
A
Une friandise
5
Q
Een kaaswinkel
A
Une fromagerie
6
Q
Een Duitstalige
A
Un germanophone
7
Q
Een boek- en papierhandel
A
Une librairie- papeterie
8
Q
Een lederwinkel
A
Une maroquinerie
9
Q
Een kruidenkoek
A
Un pain d’espices
10
Q
Een vishandel
A
Une poissonnerie
11
Q
Een erkenning
A
Une reconnaissance
12
Q
De fastfood
A
La restauration rapide
13
Q
De eensgezindheid
A
L’union
14
Q
Een fijn gebak
A
Viennoiserie
15
Q
Verguld
A
Doré, dorée