P 300, 308,314 Flashcards
1
Q
Een standvastigheid
A
La détermination
2
Q
Schuchter
A
Embarrassé
3
Q
Verzekeren
A
Assurer
4
Q
Zich ontdoen van
A
Débarrasser
5
Q
Uitpluizen
A
Décortiquer
6
Q
Uitwerken
A
Élaborer
7
Q
Onderhandelen
A
Négocier
8
Q
Bij zich laten komen
A
Convoquer
9
Q
Beoordeling, cijfer, punt
A
Une cote
10
Q
Tikfout
A
Faute de frappe
11
Q
Schrijffout
A
Faute d’orthographe
12
Q
Sollicitatiebrief
A
Lettre de motivation
13
Q
Leugentje op bestwil
A
Mensogne de complaisance
14
Q
Doorzettingsvermogen
A
Persévérance
15
Q
Vlek
A
Tache