P18 Voc Flashcards
541 pertinēre
Eo
Zich uitstrekken; betreffen
542 putāre
O
Menen
543 optāre
O
Wensen
544 pâti
Ior
Verdragen
545 dôcēre
Eo
Leren
546 decernêre
O
Beslissen
547 excēdêre
O
Weggaan uit; overschreiden
548 tendêre
O
Spannen; streven; gaan
549 appârēre
Eo
Verschijnen; blijken
550 timēre
Eo
Vrezen; bang zijn
551 intermittêre
O
Onderbreken
552 conficêre
Io
Afmaken
553 auferre
Fêro
Wegnemen
554 mandāre
O
Toevertrouwen; opdragen
555 postûlāre
O
Opeisen
556 audēre
Eo
Durven
557 iungêre
O
Verbinden
558 addūcêre
O
Brengen naar
559 râpêre
O
Grijpen; roven
560 orīri
Ior
Ontstaan; opkomen
561 haurīre
Io
Uitscheppen; opslokken
562 āit
Zegt hij/ zij
563 occûpāre
O
Bezetten
564 potīri
Ior
Bemachtigen; beheersen
565 tradêre
O
Overhandigen; toevertrouwen; overkeveren
566 rêferre
Fêrro
Terugbrengen; raporteren
567 occurrêre
O
Tegemoet lopen
568 rêmittêre
O
Terugzenden; laten gaan
569 cōnāri
Or
Proberen
570 vâlēre
Eo
Gezond zijn; krachtig zijn; in staat zijn
571 contînēre
Eo
Vasthouden; omvatten
572 vêrēri
Eor
Vrezen
573 pâtēre
Eo
Openstaan; duidelijk zijn
574 tollêre
O
Opheffen; wegnemen
575 convênīre
Io
Samenkomen; overeenkomen
576 conspîcêre
Io
Bekijken; bemerken
577 licēre
Et
Het is toegelaten
578 obicêre
Io
Stellen tegenover; verwijten
579 iacēre
Eo
Liggen
580 respicêre
Io
Omkijken; rekening houden met
581 rôgāre
O
Vragen