OWG 2.3 Flashcards

1
Q

Wat is de betekenis van “dilatatie”?

A

Verwijding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de betekenis van “constrictie”?

A

Vernauwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de betekenis van “ de (p)harynx”?

A

De keelholte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de betekenis van “de larynx”?

A

Het strottenhoofd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de betekenis van “de trachea”?

A

De luchtpijp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de betekenis van “de alveoli”?

A

De longblaasjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de betekenis van “tonsil”?

A

Keelamandel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de betekenis van “nasus”?

A

Neus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de betekenis van “intra pulmonaal”?

A

In de longen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de betekenis van “anoxie”?

A

Zuurstoftekort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de betekenis van “hyperventilatie”?

A

Te veel/te snel ademhalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de betekenis van “cyanose”?

A

Blauwkleuring door zuurstoftekort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de betekenis van “hypoxie”?

A

Te weinig zuurstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de betekenis van “pneumothorax”?

A

Klaplong

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de betekenis van “hypoventilatie”?

A

Te weinig ademhalen / te langzame ademhaling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de betekenis van “interpleuraal”

A

Tussen de pleurabladen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is de betekenis van “tractus respiratorius”

A

Het ademhalingsstelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is de betekenis van “ademvolume”?

A

De hoeveelheid lucht die per normale ademhaling in- en uitgeademd wordt.
- Teugvolume

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is de betekenis van “bronchus”?

A

De grote vertakking van de luchtpijp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is de betekenis van “bronchiole”?

A

De kleine vertakkingen van de luchtpijp

21
Q

Benoem de onderdelen van het ademhalingsstelsel

A
  • De neus (met de neusholte en neusbijholten)
  • De (p)harynx
  • De larynx
  • De trachea
  • De bronchiën
  • De bronchiolen
  • De alveoli
  • De ademhalingsspieren (–> geen onderdeel van de luchtwegen)
22
Q

In welke onderdelen van het ademhalingsstelsel vindt gaswisseling plaats?

A
  • De kleinste bronchiolen

- De alveoli

23
Q

Wat is de betekenis van “gaswisseling”?

A

Het proces in de longen waarbij zuurstof (O2) wordt opgenomen in het bloed en koolzuurgas (C02) wordt afgegeven aan de lucht.

24
Q

Wat is de betekenis van “nares”?

A

Neusgaten

25
Q

Wat is het nut van de ruwen haren in de neusgaten?

A

De vibrissae beschermen de neusholte tegen grote deeltjes die met de lucht mee komen.

26
Q

Wat zijn de functies van de neus?

A
  • Opwarmen van lucht
  • Filteren van lucht
  • Bevochtigen van lucht
27
Q

Wat is de functie van de concha in de neus?

A

De neusschelpen vergroten het neusoppervlak.

28
Q

Wat is de betekenis van “concha”?

A

Neusschelp

29
Q

Waarmee is de neusholte bekleed?

A

Met respiratoir epitheel –> cilinderepitheel met trilharen dat veel bekercellen bevat
- bekercellen produceren slijm

30
Q

Wat is de betekenis van “uvula”?

A

De huig

31
Q

Wat is de functie van de uvula?

A

Tijdens het slikken sluit de uvula de toegang tot de neus.

32
Q

Wat zijn de functies van de farynx?

A
  • Doorlaten van eten, drinken en lucht
  • Opwarmen van lucht
  • Bevochtigen van lucht
  • Vormen van de stem
  • Afweer (neus- en keelamandelen)
  • Regulatie van luchtdruk in het oor
33
Q

Wat is de betekenis van “os hyoideum”?

A

Het tongbeen

34
Q

Welk onderdeel van het ademhalingsstelsel behoort ook tot het spijsverteringsstelsel?

A

De Farynx

35
Q

Met wat voor epitheel zijn de oro- en laryngofarynx bekleed?

A

Met stevig meerlagig plaveisel epitheel.

36
Q

Wat is de betekenis van “glottis”?

A

Stemspleet

37
Q

Wat zijn de functies van de larynx?

A
  • Doorlaten van lucht
  • Opwarmen van lucht
  • Bevochtigen van lucht
  • Vormen van de spraak door middel van de stembanden
  • Beschermen van de onderste luchtwegen
  • Vormen van het hoestreflex
38
Q

Wat is de functie van de epiglottis?

A

Tijdens het slikken sluit de epiglottis de larynx af.

39
Q

Uit hoeveel kraakbeen delen bestaat de larynx?

A

Uit 9 delen

40
Q

Wat zijn de 3 grootste delen van de larynx?

A
  • De epiglottis = strottenhoofdklepje
  • De cartilago thyroidea = schilkraakbeen
  • De cartilago cricoïdea = ringvorimg kraakbeen
41
Q

Wat is de functie van de valse stembanden?

A
  • Stevigheid
  • Bescherming van de ware stembanden
  • Helpen voorkomen dat vreemde voorwerpen de glottis binnenkomen
42
Q

Wat zijn de functies van de trachea?

A
  • Vervoeren van lucht
  • Opwarmen van lucht
  • Bevochtigen van lucht
  • Het schoonhouden van de luchtwegen
  • Vormen van het hoestreflex
43
Q

Welke vorm hebben de kraakbeenringen in de trachea en wat is hiervan het voordeel?

A
  • U-vorm

- Zo kan de oesophagus groter worden en kan er geen voedsel achter blijven hangen

44
Q

Waar vertakt de trachea zich in de primaire linker en rechter bronchus?

A

In het mediastinum

45
Q

Wanneer er voedsel of een vreemd voorwerp in de trachea terecht komt zal dit waarschijnlijk in de … bronchus terecht komen.

A

In de rechter bronchus.

46
Q

Sympathische prikkeling zorgt voor?

A

Bronchodilatatie

47
Q

Parasympatische prikkeling zorgt voor?

A

Bronchoconstrictie

48
Q

Wat is de functie van surfactant?

A

Surfactant zorgt ervoor dat de alveoli open blijven staan

49
Q

Waaruit bestaat het respiratorische membraan?

A
  • Plaveiselepitheel cellen die de alveoli bekleden
  • Endotheelcellen van de wand van de aangrenzende capillair
  • Versmolten basaalmembraan die tussen de cellen van de alveolus en endotheelcellen liggen