Overige toedieningen medicijnen Flashcards

1
Q

Op welke manieren kun je medicijnen rectaal toedienen

A
  1. Er zijn verschillende manieren waarop je rectaal medicijnen kunt toedienen: via een zetpil, of via een medicinaal klysma.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de redenen om medicijnen rectaal toe te dienen? Schrijf er drie op.

A
  • om de maag te omzeilen, bijvoorbeeld bij misselijkheid
    - om medicijnen lokaal toe te dienen: bijvoorbeeld bij aambeien, in geval van
    medicinale klysma’s
    - om snelle opname in het bloed te bereiken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen het inbrengen van een klysma als
laxans en een medicinaal klysma

A

overeenkomsten:
- op lichaamstemperatuur brengen van de vloeistof
- zorgvrager op linkerzij laten liggen
- canule invetten met olie of vaseline
- zorgvrager vragen te zuchten tijdens inbrengen
- vloeistof langzaam inbrengen
verschillen:
- Geen maatregelen m.b.t. laxeren
- Regel van vijf m.b.t. toediening van medicijnen toepassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
  1. Dermale en transdermale toediening.

a. Geef een omschrijving van deze begrippen

A

Dermaal: aanbrengen van medicijnen (zalven of crèmes) op de huid.
Transdermaal: geneesmiddelentoediening via de huid d.m.v. een pleister.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Geef aan of het een lokaal of systemische heeft bij dermaal of transdermaal

A

Dermaal: voor het bereiken van lokaal effect.

Transdermaal: voor het bereiken van een systemisch effect.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  1. Aanbrengen van zalf.

a. Welke materialen heb je hiervoor nodig?

A

Bekken, onderlegger, voorgeschreven zalf of crème, handschoenen, spatels, niet-steriele gazen, vloeistof om zalfresten te verwijderen, afvalzak, zn. verbandgaas en hechtpleister.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

b. Welk verschil is er in het aanbrengen van een zalf en een crème?

A

Een zalf bestaat uit een vette basis en moet op de huid worden aangebracht; een crème bestaat uit water en vet en moet in de huid worden gewreven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

c. Verklaar waarom bij het zalven van de huid vaak handschoenen worden aangedaan.

A

Bij het aanbrengen van medicinale zalven en crèmes moet de verzorgende handschoenen aandoen om zichzelf te beschermen tegen inwerking van het medicijn bij zichzelf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

b. Welke voordelen heeft transdermale toediening van medicijnen?

A

Gemakkelijke toedieningsvorm, langzame en gelijkmatige opname van het medicijn
door het lichaam, medicijn gaat niet via de lever naar de bloedbaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

c. Geef een omschrijving van de stappen die je neemt om een medicijn op de juiste manier toe te dienen

A

bepalen van de plaats van toediening: droge, schone, gezonde,
weinig behaarde huid; regelmatig wisselen van plaats; niet direct na
douchen of baden aanbrengen.
- zn. haren wegknippen niet scheren.
- contact met de vingers en het medicijn vermijden.
- pleister gedurende 10-15 seconden aandrukken.
- pleister niet verwijderen tijdens het douchen of baden.
- gebruikte pleister meteen in de afvalcontainer deponeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
  1. Inhalatiemiddelen en –technieken.
A

Dosisaerosol:

  • spuitbusje goed schudden
  • dop van het mondstuk verwijderen
  • opening van de verstuiver is naar beneden gericht
  • mondstuk goed omsluiten met de lippen
  • licht uitademen
  • op het moment van indrukken langzaam en diep door de mond inademen
  • adem 5-10 tellen vasthouden

Droge poeder-inhalator:

  • inhalator gebruiksklaar maken d.m.v. capsule of blister
  • inhalator horizontaal houden
  • eerst uitademen
  • mondstuk tussen tanden plaatsen en met de lippen omosluiten
  • krachtig en diep inademen door de mond
  • inhalator uit de mond nemen en adem 5 seconden vasthouden
  • uitademen
  • procedure e.v. herhalen

Vernevelaar:

  • medicijn en eventueel fysiologisch zout in medicijnkamer doen
  • de compressor aanzetten en de vernevelaar rechtop houden
  • mondstuk tussen de tanden plaatsen en met de lippen omsluiten
  • adem rustig in en uit gedurende 10-15 minuten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Het toedienen van medicijnen in neus, oor en oog

  1. Voordat je oogdruppels toedient, moet je een aantal zaken controleren. Benoem minimaal 3 punten.
A

− informatie verzamelen uit het zorgdossier;
− informatie lezen op de medicijnlijst wat betreft voorschrift dosering;
− informatie lezen op het flesje met oogdruppels wat betreft datum van gebruik;
− controleren van temperatuur van oogdruppels( kamertemperatuur);
− regel van vijf : juiste zorgvrager, juiste medicijn, juiste dosering, juiste tijdstip, juiste toedieningswijze.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
  1. Het aanbrengen van medicijnen op het neusslijmvlies kan via druppelen en via een nebulisator. Geef van beide technieken de voor- en nadelen.
A

Druppelen
Voordelen: - dosering is te bepalen;
- medicatie kan diep in neus gebracht worden.
Nadelen: - hoofd achterover, deze houding kan duizeligheid veroorzaken
doordat wervelslagaders dicht gedrukt kan worden;
- bij niet snel het hoofd naar voren brengen kunnen de druppels in
de keelholte terecht komen.

Nebulisator
Voordelen: - het hoofd hoeft niet achterover gehouden worden bij toedienen
de zorgvrager kan op deze wijze zelf toedienen.
Nadelen: de dosering is moeilijker te bepalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly