Over glucose, insuline en regeling van bloedsuiker: Flashcards

1
Q

Wat is de normaalwaarde van nuchtere bloedglucose?

A

Een nuchtere bloedsuikerwaarde behoort lager dan 6,1 mmol/l te zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke types deabites zijn er? Omschrijf ze.

A

Diabetes Mellitus type 1 : Auto-immuun ziekte waarbij het lichaam geen insuline meer aanmaakt. Het lichaam maakt antilichamen aan tegen de bétacellen van de eilandjes van Langerhans die insuline aanmaken.Dit type ontstaat vaak op jongere leeftijd.

Diabetes mellitus type 2 : ontstaat meestal op oudere leeftijd, vaak in combinatie met overgewicht. Oorzaak: verminderde, trage functie van de alvleesklier in combinatie met insulineresistentie (ongevoeligheid van de cellen voor insuline). er is vaak sprake van een erfelijke aanleg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat wordt er bedoelt met de term hyperglykemie?

A

Te hoge glucosewaarde in het bloed, boven de 8 mmol/l nuchter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Noem 5 symptomen die horen bij een hyperglykemie.

A
  • veel plassen
  • veel dorst hebben en houden
  • vermoeidheid
  • slaperigheid
  • droge tong
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe komt het dat polyurie en dorst optreden bij hyperglykemie?

A

De nieren voorkomen normaal dat er glucose in de urine zit. Nu trekken de nieren het niet meer om de urine goed te zuiveren, waardoor er glucose mee in de urine gaat. Dit neemt ook veel water met zich mee, dus zal de patiënt veel dorst hebben en veel naar de wc moeten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn 2 verschillende oorzaken van coma bij diabetes?

A
  • De meest voorkomende oorzaak is hypoglycemie, waarbij de hersenen onvoldoende brandstof hebben om te kunnen functioneren.
  • Bij een hyperglycemie door afwezigheid van insuline worden zoveel vetten en eiwitten verbrand, dat de afvalstofffen in het bloed de hersenfuncties ernstig verstoren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een hypoglykemie?

A

Een te lage bloedsuikerwaarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bij welke bloedglucosewaarden spreken we van een hypoglykemie?

A

Een waarde lager dan 4 mmol/l.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bij welke bloedglucosewaarden spreken we van een hyperglykemie?

A

Een waarde hoger dan 8 mmol/l.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Noem 3 redenen van het ontstaan van een hypoglykemie?

A
  • Teveel insuline spuiten of stapeling van bepaalde orale antidiabetica.
  • Te weinig eten, met name koolhydraten
  • Verhoogd glucoseverbruik (sporten, stress)
  • invloed van andere stoffen, bijvoorbeeld alcohol
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke 3 hormonen werken bloedsuiker verhogend?

A
  • Glucagon,
  • Adrenaline,
  • Cortisol
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de symptomen bij een beginnende hypoglykemie?

A
  • hoofdpijn
  • bleekheid
  • duizeligheid
  • moeiheid
  • honger
  • zweten
  • beven
  • wisselend humeur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Noem symptomen bij een hypo die doorzet

A

Patiënt wordt moe, wilt slapen, kan niet meer slikken en wordt comateus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Noem de maatregelen bij een hypoglykemie.

A
  • zorgvrage snelle suikers laten eten en/of drinken (druivensuiker,limonade, suikerklontje etc.)
  • vervolgens langzame suikers geven om een nieuwe hypo te voorkomen (boterham, ontbijtkoek)
  • indien zorgvrager niet in staat is zelfstandig te eten/drinken.. Arts waarschuwen.

Deze kan (opdracht geven tot):

  • glucagon injectie (intra musculair)
  • glucosehoudende vloeistof (intraveneuze injectie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het gevaar van een diepe hypoglykemie en de termijn waarbinnen er een oplossing moet zijn?

A

Bij een diepe hypoglykemie onder de 1,1 mmol/l treden er epileptische insulten op. Lager dan 1 mmol/l langer dan ongeveer een uur kan lijden tot hersenbeschadiging, coma en overlijden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de functie van glucose in de stofwisseling

A

Belangrijke brandstof voor het lichaam. Cellen halen de glucose uit het bloed. Glucose kan alleen in de cellen worden opgenomen met behulp van insuline (uitzondering hersenen).

Het overige wordt opgeslagen in de lever in de vorm van glycogeen. Als het lichaam energie nodig heeft geeft het lichaam glucose vrij wat verbrand kan worden.

17
Q

Voordelen van glucose als brandstof

A

Glucose is de brandstof bij uitstek. Bij een teveel wordt het opgeslagen als glycogeen en later weer gebruikt als brandstof. De spieren kunnen het gemakkelijk benutten voor hun functie

18
Q

Wat zijn snelle suikers

A

Zij veroorzaken een snelle stijging van glucose in het bloed. Ze worden snel opgenomen, want er is weinig tot geen vertering nodig

19
Q

Wat zijn langzame suikers

A

Worden niet snel opgenomen

Vb. Zetmeel, aardappelen, bruinbrood

20
Q

Hoe het lichaam vetzuren en eiwitten kan verbranden bij gebrek aan glucose

A

Eiwitten laten het lichaam hun eigen eiwitten samenstellen: aminozuren. Bij eiwitvertering worden deze ketens door de darm afgebroken tot aminozuren en deze worden in de de darmen opgenomen in het bloed. Hierbij ontstaat ammoniak wat omgezet word tot ureum

Vetzuren; kunnen niet direct worden afgebroken. Ze worden gebonden aan een co-enzymen en dan afgebroken. Hierbij komt energie vrij maar komen vervuilde zure afbraakproducten bij vrij. Zoals ketozuren/kentonen en ammoniak

21
Q

Nadelen van vetzuur verbranding en eiwitverbranding noemen?

A

Eiwitverbranding; komt ammoniak vrij wat wordt omgezet in ureum

Vetzuren; komen zure vetafbraak producten en aceton vrij.

22
Q

Waar wordt insuline aangemaakt?

A

In de eilandjes van lagerhans door de betacellen

23
Q

Wat is de werking van insuline?

A

Als de glucosegehalte is het plasma stijgt, word de afgifte van insuline gestimuleerd. Insuline bindt aan de insulinereceptor in het celmembraan. Hierdoor verlaagt insuline de bloedsuikerspiegel

24
Q

Waar doet insuline zijn werk

A

Insuline gaat via het bloed van de poortader naar de lever toe. Insuline bindt zich dus aan de insulinereceptor. In het spierweefsel reageert de cel met een toename van het transportkanalen voor glucose in het celmembraan. Cellen nemen dat sneller glucose op.

25
Q

Wat glycogeen is

A

Glycogeen is glucose die is omgezet door insuline. Het is een reserve van glucose deeltjes als er een tekort is.

26
Q

De rol van insuline bij het handhaven van het bloedglucose gehalte.

A

Insuline verlaagt het bloed glucosegehalte door de glucose de cellen in te jagen of om te zetten in glycogeen

27
Q

De speciale positie van de hersencellen met betrekking tot glucose en insuline beschrijven

A

Via insuline receptoren in de hersenen remt insuline de voedselopname. Hierdoor legt het lichaam geen nutteloos grote voorraad reservebrandstoffen aan.

28
Q

Waar wordt glucagon aangemaakt

A

Wordt geproduceerd in de alpha- cellen in de eilandjes van langerhans

29
Q

Wat is de werking van glucagon

A

Onder invloed van glucagon wordt in de lever glycogeen omgezet tot glucose. De glucose. Wordt aan het bloed afgegeven, waardoor de bloedsuikerspiegel weer stijgt.

30
Q

Wat de normale manier van het lichaam is om een snelle daling van het bloed glucosegehalte compenseren

A

Uit de eilandjes van langerhans komt glucagon vrij, wat glycogeen omzet in glucose, zodat er weer een stijging in de bloedsuikerspiegel komt

31
Q
Wat zijn effecten op de insuline behoefte van 
Avondeten;
Snoepen;
Inspanning;
Psychische spanning;
Koorts; 
Overmatig alcoholgebruik;
Vasten;
A

Avondeten; bloedglucose en insulinebehoefte stijgt

Snoepen; bloedglucose en insulinebehoefte stijgt.

Inspanning; insulinebehoefte daalt, glucagon stijgt.. Suiker nodig voor verbranden voor energie

Psychische spanning; bloedglucose en insulinebehoefte stijgt

Koorts; bloedglucose en insulinebehoefte stijgt, glucagon stijgt omdat er energie nodig is

Overmatig alcoholgebruik; bloedglucose en insulinebehoefte daalt

Vasten; insuline behoefte daalt, glucagon stijgt!