Met betrekking tot de hersenfunctiestoornissen bij hersenletsel en dementie kun je uitleggen en de voorbeelden hiervan herkennen Flashcards

1
Q

Wat is apathie?

A

Een gebrek aan interesse of initiatief. Oorzaak: stoornis in de frontale kwab

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat betekent apraxie?

A

Het onvermogen om complexere handelingen uit te voeren, niet meer weten waar je moet beginnen bijvoorbeeld met aankleden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is agnosie?

A

Zintuiglijke informatie wordt nog wel waargenomen, maar niet meer herkend of op waarde geschat. Voorbeeld: Geur van gas of benzine wordt meer herkend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat wordt verstaan onder afasie?

A

Een storing in de taalproductie en/of taalbegrip

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is dysartrie?

A

Een spraakprobleem door bijvoorbeeld verlamming of verzwakking van gelaatspieren = dus geen taalstoornis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is persevereren?

A

Het blijven herhalen van handelingen/woorden/gebaren zonder dat dit nut heeft. Voorbeeld: constant een voorwerp heen en weer bewegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is decorumverlies?

A

Het besef gaat verloren van wat in een bepaalde situatie gepast gedragen is. Voorbeeld: in restaurant met handen eten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat gebeurd er bij stoornissen in het korte termijn geheugen?

A
  • Nieuwe informatie wordt niet meer opgeslagen of gaat snel weer verloren = inprentingstoornis - Informatie komt nooit in lange termijn geheugen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat gebeurd er bij desoriëntatie?

A

Het besef gaat verloren van waar men is, in welke tijd men leeft en wie iemand is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat verstaan we onder confabuleren?

A

Gaten in het geheugen worden opgevuld met verzonnen feiten, vaak geen bewuste leugen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke stoornissen treden op bij beschadiging linker hersenhelft?

A
  • Verlamming rechter lichaamshelft - Afasie - Apraxie - Stoornissen in waarnemingen die van links komen - Stoornissen in oplossen van problemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke stoornissen treden op bij beschadiging rechter hersenhelft?

A
  • Verlamming linker lichaamshelft - Stoornissen in waarnemingen die van rechts komen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is hemianopsie?

A

Prikkels vanuit één gezichtshelft worden niet bewust waargenomen door beschadiging aan één zijde van de hersenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is hemineglect?

A

Het besef van het bestaan van één zijde van de wereld ontbreekt ( inclusief het eigen lichaam aan die zijde).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat wordt verstaan onder kokerzien?

A

Vernauwing van het gezichtsveld waarbinnen de scherpe waarneming mogelijk is (symptoom bij glaucoom).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Noem de verschillende vormen van afasie en de betekenis hiervan

A
  • Sensorische afasie: Verlies van taalbegrip + spreken gaat vloeiend maar niet samenhangend
  • Motorische afasie: niet kunnen spreken of schrijven
  • Amnestische afasie: niet meer op woorden kunnen komen
  • Globale afasie: slecht taalbegrip + zeer beperkte woordenschat