Osteopatisch Integratief Onderzoek Flashcards
Test 1
Visiuele Inspectie
stand
MFA, Integratief onderzoek
Bepalen typologie : o. inspecteert p. visueel van lateraal.
- anterieur type : p. heeft neiging om de voorvoeten te belasten
- posterieur type : p. heeft neiging om de hielen te belasten
- neutraal type : p. staat neutraal.
Ook hebben we oog voor de meest opmerkzame morfologische (structuur) aanpassingen bij de patiënt
Bv.: positie hoofd t.o.v. romp, schouderpositie, abdominale lijn, rotaties OL en BL, voetposities, myogene spanningen cervicaal-thoracaal-lumbaal,…
Test 2
Globale fasciale test
stand en zit
MFA, Integratief onderzoek
In stand en in zit
Evalueer longitudinaal en antero-posterieur en vergelijk
Test 3
Test van de 4 diafragma’s
stand, zit en ruglig
MFA, Integratief onderzoek
De diafragma’s worden getest in hun
- spanning (tonus)
- dynamiek (expansie- retractie)
- bewegingsvrijheid in
- antero-posterieure (sagittale)
- horizontale (=torsie)
- frontale zin.
Er wordt nagegaan of er een 3-dimensionele weefselvrijheid (lemniscaat) is in de membraneuze transversale structuren.
- craniaal diafragma
- bovenste thoraxopening
- diafragma abdominalis
- diafragma pelvis
Test 4
Bekkencilinder,
Positie- en functiebepaling
stand, zit en ruglig
MFA, Integratief onderzoek
Het bekken wordt beoordeeld in densiteit en mobiliteit, waarbij de palpatie op osseus niveau gefocust is
We noteren enerzijds de 3 dimensionale functionele beweging en anderzijds ook de positie van de cilinder
Positie: SIAS, SIPS, cristae iliacae : anterieur, posterieur, inferieur, superieur?
Functie: welke is de preferentiële 3 - dimensionale beweging (=luistertest)?
Is er een tendens van ante- of retroversie?
Test 5
Inferieure thoraxcilinder,
Positie- en functiebepaling
stand, zit en ruglig
MFA, Integratief onderzoek
De inferieure thorax wordt beoordeeld in densiteit en mobiliteit, waarbij de palpatie op osseus niveau gefocust is
We noteren enerzijds de 3 dimensionale functionele beweging en anderzijds ook de positie van de cilinder
Positie:
- inspiratie- of expiratie stand?
- angulus xyphoideus open of gesloten
- bilateraal of unilateraal?
Functie: elasticiteitstest (reboundtest) van het ribbenrooster (unilateraal) voor het einde van de expiratie:
- rigide of ribbenrand komt snel terug (= positieve rebound inspiratoir): diafragma functioneert in inspiratie
- ribbenrand komt niet terug (= positieve rebound expiratoir): diafragma functioneert in expiratie
Let wel: deze test geeft niet enkel info over diafragmafunctionaliteit maar ook over ribfunctionaliteit en orgaanpositie, viscerale mobiliteit en consistentie. Bv.: een congestieve lever kan een positieve rebound inspiratoir geven.
Verder wordt de 3-D bewegingsvrijheid van de cilinder getest d.m.v. een luistertest.
Het uitvoeren van een passieve beweging van de totale inferieure thorax in de tegenovergestelde richting van de meest gefaciliteerde bewegingsrichting, geeft een beeld van de motorische eindgrens. Deze bevinding kan richtinggevend zijn om verder onderzoek te doen op pariëtaal of viscero-fasciaal niveau.
Test 6
Schoudercilinder,
Positie- en functiebepaling
stand, zit en ruglig
MFA, Integratief onderzoek
De schoudercilinder wordt beoordeeld in densiteit en mobiliteit, waarbij de palpatie op osseus niveau gefocust is
We noteren enerzijds de 3 dimensionale functionele beweging en anderzijds ook de positie van de cilinder
Positie:
- Acromion: anterieur, posterieur, inferieur, superieur?
- Scapula: Angulus inferior scapulae: superieur, inferieur
- Clavicula: anteriore, posteriore rotatie?
Functie: Evalueren van de clavicula rotatie tijdens de ademhaling. Geeft beeld van de claviculaire vrijheid. De clavicula is de kapstok van het myofasciaal systeem anterior, alsook van de interne fasciale ophangingssystemen.
Vervolgens terug luistertest om de 3-D bewegingsvrijheid van de totale schoudercilinder te testen.
Evalueren van de scapula-vrijheid door een fasciale luistertest. De scapula is de referentiestructuur voor het myofasciaal posterior systeem.
Test 7
Craniumcilinder,
Positie- en functiebepaling
stand, zit en ruglig
MFA, Integratief onderzoek
De craniumcilinder wordt beoordeeld in densiteit en mobiliteit, waarbij de palpatie op osseus niveau gefocust is
We noteren enerzijds de 3 dimensionale functionele beweging en anderzijds ook de positie van de cilinder
Positie: Beoordeling van de meatus accusticus externus lijn, de suboccipitale lijn: superior, inferior, anterior , posterior.
Functie: evalueert de preferentiële 3 – dimensionale beweging d.m.v. een luistertest. Een eventuele fasciale trek van de totale craniumcilinder naar inferior kan mogelijks vastgesteld worden. Daarom vragen we eveneens een actieve abdominale ademhaling en evalueren de spanningsverandering die aankomt op de craniële cilinder
Test 8
Flexie Test Stand FTS
MFA, Integratief onderzoek
Deze test geeft een globaal beeld van de myofasciale spanningsverdeling links - rechts t.h.v. de romp en de onderste ledematen.
Hij wordt niet enkel en alleen uitgevoerd in functie van een ilium-bewegingsvrijheid.
Test 9
Axiale Extensie en regressie
stand en zit
MFA, Integratief onderzoek
- P. voert een axiale extensie uit waarbij hij de krommingen van de wervelkolom afvlakt
- Bij de regressietest versterkt hij deze krommingen
- Beoordeling van de dynamiek van de wervelkolom
- Beoordeling van de vrijheid van het PAAP systeem
Test 10
Flexie Test Zit
MFA, Integratief onderzoek
Deze test geeft een globaal beeld van de myofasciale spanningsverdeling links - rechts t.h.v. de romp en de onderste ledematen.
Hij wordt niet enkel en alleen uitgevoerd in functie van een ilium- en sacrumbewegingsvrijheid.
We vergelijken met de bevindingen van de FTS test in stand.
Test 11
Rotatie Wervelkolom
zit
MFA, Integratief onderzoek
- Deze test geeft ons een beeld hoe de rotatievrijheid van het lichaam is
- Is deze symmetrisch of asymmetrisch beperkt
- Welke richting is dan beperkt?
- Dit kan een belangrijke parameter zijn om na de behandeling te revalueren
- We evalueren tevens het eindgevoel van de rotatie, alsook de vormverandering van de wervelkolom (sinusoïde kromming: pivot punt) op het einde van de rotatie
Test 12
Bilaterale fasciale luistertest via O.E.
fasciale longitudinale testen
ruglig
MFA, Integratief onderzoek
- O. staat aan het voeteinde en neemt contact met beide voeten van de patiënt
- O. ondersteunt zacht de beide hielen
- Er wordt een luistertest uitgevoerd, waarbij de beide benen minimaal van de tafel geheven worden (is niet noodzakelijk)
- de invloed van de globale fasciale spanning, georganiseerd in het lichaam, wordt geëvalueerd: zowel subtiele voorspanning als compressie
- Dit kan ons leiden naar een fasciaal knooppunt, waar diverse spanningen convergeren.
- Dit brengt ons naar de regio waar verder specifiek onderzoek zal verricht worden
Test 13
Unilaterale fasciale luistertest via O.E.
fasciale longitudinale testen
ruglig
MFA, Integratief onderzoek
- Bij de unilaterale test voert de O. een actieve tractie op het onderste lidmaat uit om eventueel een disfunctie in de gewrichtsketting van voet, knie, heup, SIG, lumbaal… te ontdekken
- Hierbij speelt het eindgevoel een rol, harde blok of elastisch eindgevoel
- Zowel subtiele voorspanning als compressie
Test 14
Fasciale luistertest vanuit het sacrum
ruglig
MFA, Integratief onderzoek
- O. zit naast de patiënt en plaatst zijn dominante hand onder het sacrum
- O. beoordeelt:
- sacrumdynamiek (primair respiratoir): flexie, extensie, torsie…
- de fasciale spanning waarbij het sacrum in een bepaalde richting getrokken wordt
- densiteit versus malleabiliteit van het sacrum
- in eerste instantie voert de O. geen actieve tractie uit
- vervolgens kan via een actief gradueel uitgevoerde caudale tractie een grens opgespoord worden, waarbij het eindgevoel terug geëvalueerd wordt
- een eventuele vertebrale blokkade kan hierbij gelokaliseerd worden
Test 15
Fasciale luistertest vanuit het occiput
ruglig
MFA, Integratief onderzoek
- De O. neemt plaats aan het hoofdeinde van de p.
- beide handen hebben schaalvormig occipitaal contact en de O. evalueert de dynamiek van het occiput, fasciale spanning, die op het occiput aankomt
- een centrale spanning kan duiden op een dirigerende spanning vanuit het centraal fasciaal systeem (de centrale pees*) of een durale spanning
- een meerdere laterale spanning kan duiden op een myofasciale spanning vanuit het omhulsel.
*= centrale aponeurotische fasciale as : deze fasciale as vertrekt van het foramen magnum, loopt naar caudaal in de diepere fasciale lagen naar het mediastinum tot op het diafragma abdominalis