Brainscape's Knowledge GenomeTM

Browse over 1 million classes created by top students, professors, publishers, and experts.


See full index

3.2 TestVision > Orale Pathologie > Flashcards

Orale Pathologie Flashcards

1
Q

Wat is de neutrorelatie?

A

Angle Klasse I

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Andere benaming mesiorelatie?

A

Klasse III

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een distorelatie?

A

Angle Klasse II

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een andere naam voor een dekbeet?

A

Angle Klasse II-2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

'’Middellijn boven tegenover middellijn onder, rechte mediaanlijn. Afwijking kan een mediaanlijnverschuiving zijn’’
Over welke beet gaat dit?

A

Transversale relatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een verticale relatie?

A

Is aanwezig als de patiënt dichtbij en niets van de bovenste 2mm van de onderincisieven te zien zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bij welke tandvormstoornis zijn de haren/nagels/zweetklieren/speekselklieren/tanden onderontwikkeld of afwezig?

A

Ectodermale dysplasie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe ziet een macrodontisch element eruit?

A

Te ‘groot’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe ziet geminatie eruit?

A

Tweelingtand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke tandafwijking heeft 1 kroon maar 2+ wortels?

A

Fusie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke tandafwijking heeft 1 wortel maar 2 kronen?

A

Geminatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

'’Blijvend element zat waarschijnlijk hoog in de kaak, melktand krijgt trauma waardoor het blijvende element een ‘kink’ krijgt in de wortel’’ welke aandoening is dit?

A

Dilaceratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Juist of onjuist: Bij dentogenesis imperfecta is de cariësgevoeligheid verhoogd.

A

Onjuist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke vorm van amelogenesis imperfecta wordt beschreven met ‘onvolledige ontwikkeling?’

A

Hypoplasie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke vorm van amelogenesis imperfecta wordt beschreven met ‘hypocalcificatie’?

A

Normale vorming, calcificatiestoornis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is regionale odontodysplasie?

A

Onvolledig ontwikkelde elementen op 1 bepaalde plek in de mond. Ookwel ghost teeth. Hoger cariësrisico.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is hypodontie?

A

1-5 afwezige elementen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe noemen we het als er 6+ afwezige elementen zijn?

A

Oligodontie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Hoe noemen we het als er geen elementen aanwezig/aangelegd zijn?

A

Anodontie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Hoe ontstaat een Hutchinsontand?

A

Moeder geïnfecteerd met lues (syfilis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Hoe ziet een Hutchinsontand eruit?

A

Kleiner, mist middelste knobbel en snijrand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is een Turnertand?

A

Glazuurhypoplasie door peri-apicale ontstekingen of trauma melkelement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is een Turnertand?

A

Glazuurhypoplasie door peri-apicale ontstekingen of trauma melkelement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is de incubatietijd van parotitis epidemica?

A

2-3 weken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Hoe begint parotitis epidemica?

A

Koorts en pijn bij kauwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Hoe herken je parotitis epidemica?

A

Uni- of bilaterale zwelling van gl. parotidea

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat is sialothiasis?

A

Speekselstenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Waar komt sialothiasis meestal voor?

A

Ductus gl. submandibularis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Hoe ontstaat sialothiasis?

A

Speeksel heeft stilgelegen, afzetting kalkzouten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wat is een ranula? En waar zit deze?

A

Slijmcyste, meestal gl. sublingualis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Wat is een ranula? En waar zit deze?

A

Slijmcyste, meestal gl. sublingualis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

'’Blauw doorschemerige vochtblaas 2-3cm boven de m. mylohyoïdeus, gevuld met visceus ingedikt speeksel. Geen ontstekingsverschijnselen.’’ Wat is dit?

A

Ranula

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Wat is de behandeling bij een ranula?

A

Marsupialisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Hoe ziet sialosis eruit?

A

Bilaterale gl. parotidea zwelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Hoe lang kan sialosis aanhouden?

A

Dagen tot jaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Welke auto-immuunziekte heeft effect op de exocriene klieren?

A

Syndroom van Sjögren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Wat zijn epiluden?

A

Benigne zwelling gingiva

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Hoe heet tandvleeszwelling dat soms kan ontstaan tijdens de zwangerschap?

A

Epulis gravidarum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Zijn fibromen benigne of maligne?

A

Kan beiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Wat is een ameloblastoom?

A

Histologisch benigne tumor in de kaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Wat is de oorzaak van een odontoom?

A

Onbekend :)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Waar zit een odontoom?

A

Kaakbot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Geeft een odontoom klachten?

A

Nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Wat zijn risicofactoren voor het ontwikkelen van leukoplakie? (4)

A
  1. HPV
  2. roken
  3. alcoholgebruik
  4. candidiasis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

Wat zijn de mogelijke oorzaken van lichen planus? (4)

A
  1. slijmvliesaandoening
  2. auto-immuunziekte
  3. erfelijkheid
  4. hepatitisinfectie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

Bij welke premaligne aandoening hoort de beschrijving ‘‘polygonale papels met fijne licht verheven lijntjes op het oppervlak (striae van Wickham)’’?

A

Lichen planus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

90% van de mondtumoren zijn….

A

Plaveiselcelcarcinomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

Wat zijn mogelijke oorzaken van plaveiselcelcarcinomen? (3)

A
  1. roken
  2. alcohol
  3. HPV
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q

Wat is hyperkeratose?

A

Abnormale verhoorning van epitheel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
50
Q

Wat is acanthose?

A

Hyperplasie van cellagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
51
Q

Wat is hypertrofie?

A

Vergroting van cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
52
Q

Is leukoplakie afschraapbaar?

A

Nee

53
Q

Is leukoedeem afschraapbaar?

A

Ja

54
Q

Hoe heet de chronische variant van candidiasis?

A

Glossitis rhomboidea mediana (GRM)

55
Q

Welke wratachtige aandoeningen kan ontstaan als gevolg van een slechtpassende prothese of glossitis rhomboidea mediana?

A

papillostomatosis/stomatitis prothetica

56
Q

Welke 2 vesiculobulleuse mondaandoeningen zijn er?

A
  1. herpes simplex

2. pemphigus vulgaris (auto-immuun)

57
Q

Hoe kun je lupus erythematodes herkennen intra-oraal?

A

Witte striae in de mond

58
Q

Hoe kun je lupus erythematodes herkennen extra-oraal?

A

Vlindervorm gezicht

59
Q

Wat zijn venous varices?

A

Grote venen (onder tong)

60
Q

Welk goedaardig gezwel is opgebouwd uit bloedvaten?

A

Hemangioom

61
Q

Hoe noemen we een benigne tumor in de lymfevaten?

A

Lymfangioom

62
Q

Kan focale melanose maligne zijn?

A

Ja

63
Q

Wat is focale melanose?

A

Donkere verkleuring gingiva

64
Q

Wat is een andere benaming voor sproetjes?

A

Ephelis

65
Q

Hoe noemen we een grote pigmentvlek?

A

Melanotische macula

66
Q

Is een melanoom benigne of maligne?

A

Maligne

67
Q

Welke vorm van een lipoom is malgine, maar zeer zeldzaam?

A

Liposarcoom

68
Q

'’Speekselkliercyste of slijmcyste, meestal in de onderlip maar overal mogelijk.’’ Wat is dit?

A

Mucocèle

69
Q

Hoe noemen we een ranula ookwel?

A

Kikkergezwel

70
Q

Hoe noemen we brandend gevoel van de tong?

A

Glossodynie

71
Q

Verdwijnt mondbranden uit zichzelf?

A

Ja

72
Q

Hoeveel dentine wordt er per dag aangemaakt door de odontoblasten?

A

0,5μm /dag

73
Q

Hoe komt het dat er tertiair dentine wordt gevormd?

A
  1. Cariës
  2. Avulsie
  3. Apexres.
  4. Orthodontie
  5. Wortelresorptie
  6. Paro/endo
  7. Zware restauratie
  8. Endo
  9. Trauma
  10. Fractuur
74
Q

Wat zijn 2 kenmerken van acute pulpitis?

A
  1. ernstige pijn

2. neemt af bij koud water

75
Q

Chronische pulpitis heeft … klachten.

A

Variërende, soms geen

76
Q

Wat is meestal het gevolg van pulpanecrose?

A

Abcesvorming

77
Q

Wat is exsudaat?

A

Vloeistof uit vaatstelsel (eiwitrijk)

78
Q

Waaruit bestaat pus? (3)

A
  1. dode leukocyten
  2. bacteriën
  3. necrotisch weefsel
79
Q

Hoe noemen we een opeenhoping van extracellulair vocht in weefsel (niet eiwitrijk)?

A

Oedeem

80
Q

Wat doen bij avulsie?

A

Replantatie en spalken

81
Q

Wat zijn kenmerken van apexontsteking? (2)

A
  1. Percussiegevoelig

2. Donker verkleurd

82
Q

Wat kan er gebeuren als een wortelpuntgranuloom NIET behandeld wordt?

A

Abces of radiculaire cyste

83
Q

Wat is het verschil tussen een submuceus en een subcutaan abces?

A

Submuceus = onder slijmvlies, subcutaan = onder huid

84
Q

Waar zit een radiculaire cyste?

A

Apex

85
Q

Wat is vaak de oorzaak van een radiculaire cyste?

A

Ontsteking als gevolg van pulpitis/necrose, endo

86
Q

Wat is de behandeling van een radiculaire cyste?

A

Chirurgische exploratie, enucleatie/apexresectie

87
Q

Wat is een residuele cyste?

A

Achtergebleven radiculaire cyste

88
Q

Welke cyste zit bij een nog niet doorgebroken element (meestal M3 OK)?

A

Folliculair

88
Q

Welke cyste zit bij een nog niet doorgebroken element (meestal M3 OK)?

A

Folliculair

89
Q

Wordt een element getrokken als behandeling van een folliculaire cyste?

A

Ja

90
Q

Wordt een element getrokken als behandeling van een folliculaire cyste?

A

Ja

91
Q

Wat is een keratocyste?

A

Cyste met verhoornd epitheel, ‘lobbig’

92
Q

Welke cyste heeft een grote neiging tot recidivering?

A

Keratocyste

93
Q

Welke cyste ziet eruit als een multilobulaire radiolucentie op een foto?

A

Keratocyste

94
Q

Wat voor een cyste is een Klestadtcyste?

A

Nasolabiaal

95
Q

Welke vorm van apexresectie wordt vanaf de wortelpunt gedaan?

A

Retrograde

96
Q

Wat zijn 3 contra-indicaties voor het uitvoeren van een apexresectie?

A
  1. wortelfractuur
  2. interne resorptie
  3. persisterende pijn na her-endo
97
Q

Wat zijn 3 contra-indicaties voor het uitvoeren van een apexresectie?

A
  1. wortelfractuur
  2. interne resorptie
  3. persisterende pijn na her-endo
98
Q

Noem 3 ontstekingen rondom kronen.

A
  1. pericoronitis
  2. geïmpacteerd element
  3. operculum
99
Q

Wat is de behandeling van alveolitis (dry socket)?

A

Dagelijks uitspuiten met fys. zout of 1,5% H2O2

100
Q

Wat is de behandeling van alveolitis (dry socket)?

A

Dagelijks uitspuiten met fys. zout of 1,5% H2O2

101
Q

Wat is het verschil tussen sialose en parotitis epidemica?

A

Sialose is hypertrofie van acinocellen, door alcoholisme/diabetes/medicatie etc. Parotitis epidemica is de bof en is een virale infectie.

102
Q

Wat is erytroplakie?

A

Leukoplakie maar dan rood

103
Q

Is erytroplakie premaligne?

A

Ja

104
Q

Welke aandoening kan er ontstaan door een chronische prikkel (tandsteen) en is ter plaatse van een interdentale papil?

A

Pyogeen granuloom (epuls granulomatose)

105
Q

Associatie orale tandvleesaandoening met HIV? (Maligne vasculaire tumor)

A

Karposisarcoom

106
Q

Ameloblastomen en odontomen zijn… (benigne of maligne)

A

Benigne

107
Q

Behandeling bij interne wortelresorptie? (3)

A
  1. Monitoren
  2. Endo
  3. Extractie
108
Q

Klachten bij externe cervicale wortelresorptie?

A

In begin geen

109
Q

Wat is typerend voor een paro/endo probleem?

A

Lokale diepe pocket

110
Q

Waar zit een eruptiecyste?

A

Bovenop het element dat doorbreekt

111
Q

Waar zit een laterale parodontale cyste?

A

Tussen 2 elementen in het bot naast ligament

112
Q

Welke apexresectie is via de kroon?

A

Orthograde (ortho=op de kroon)

113
Q

Welke apexresectie is via de wortelpunt?

A

Retrograde (retro=terug=oud=laag)

114
Q

Andere naam tandlijstcyste?

A

Gingivale cyste

115
Q

Hoe zit een folliculaire cyste m.b.t. het element?

A

Rondom de KROON

116
Q

Wat kan de bof veroorzaken in het aangezicht?

A

Faciale paralyse

117
Q

Behandeling osteoradionecrose?

A

Verwijderen kaakdeel

118
Q

Welke hoofdhalstumoren komen het vaakst voor? (3)

A
  1. Mondholte
  2. Keelholte
  3. Strottenhoofd
119
Q

Hoe snel mucositis bij radiotherapie?

A

1,5 week

120
Q

Welke heeft meer kans op ontwikkeling van osteoradionecrose, onderkaak of bovenkaak?

A

Onderkaak, door geringe botdichtheid en bloedtoevoer

121
Q

Preventieve maatregelen bij chemo/radio? Denk aan mucositis en trismus.

A
  1. Mondhygiëne op peil houden
  2. Fluoride (neutraal)
  3. Mondspoeling (zout/soda, kamille)
  4. Voeding
  5. Speekselstimulatie
  6. Fysiotherapie
122
Q

Bij welke (hard, tand) afwijking zie je vaak geoblitereerde wortelkanalen en wortelfracturen?

A

Dentogenesis imperfecta

123
Q

Wat is dentine dysplasie?

A

Erfelijk afwijking waarbij wortels extreem kort zijn, snel obliteratie en apicale granulomen, kan melk- en volwassen gebit, glazuur is normaal en kleur ook

124
Q

Waar zien we regionale odontodysplasie het vaakst?

A

Front

125
Q

Zijn elementen met amelogenesis imperfecta vatbaarder voor cariës?

A

Nee

126
Q

Behandeling mucocele?

A

Chirurgische verwijdering + hechten

127
Q

Behandeling ranula?

A

Chirurgische verwijdering, bij terugkomst gl. sublingualis verwijderen

3.2 TestVision (10 decks)

Brainscape helps you reach your goals faster, through stronger study habits.
© 2024 Bold Learning Solutions. Terms and Conditions