Oplossingen Arbeidersvraagstuk Flashcards

1
Q

Wat is het arbeidersvraagstuk?

A

een antwoord vinden op de uitbuiting (van de massa arme arbeiders) uit de industrialisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Proletariaat

A

Bezitlozen / loonarbeiders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wie zijn de werkevers

A

De burgerij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is eigenlijk de klassenmaatschapij?

A
  • kapitalistische ondernemers: burgerij
  • middenstanders: kleine burgerij
  • loonarbeiders: proletariaat
    • landarbeiders ↓
    • industriearbeiders ↑
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Arbeidsomstandigheden

A

••zeer lange werkdagen
••ongezond werk
••gevaarlijk werk
••lage lonen
••vrouwen en kinderarbeid
••geen verlof
•• 6 dagen op 7 werken
••geen arbeidsvreugde
(mechanisatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Leefomstandigheden

A

••armoede
••eenzijdige slechte voeding
••slechte huisvesting
(beluiken, cholera-epidemieën)
••alcoholisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Structurele bevoogding ( systemen waardoor ze weining kunnen doen om hun situatie te veranderen)

A

•• Cijnskiesrecht (alleen rijke stem)
•• analfabetisme ( kunnen niet lezen of schrijven)
•• coalitie en stakingsverbod (Wet Le
Chapelier 1791)
•• werkmansboekje
•• truckstelsel ( arbeider moet spullen kopen in de winkel van zijn baas)
•• geen sociale verzekering
(ziekte. werkloosheid.
arbeidsongeval, ouderdom)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat was volgens Marx het probleem van de kapitalistische maatschappij?

A

••Er is een grote kloof tussen de rijke kapitalist en de arme proletarier
••De grondoorzaak van dit onrecht ligt in de economie die sinds de industrialisatie kapitalistisch is.
••Daarin gaat de meerwaarde die de arbeid toevoegt als winst naar de kapitalist
••Door de mechanisatie en het lage loon vervreemdt de arbeider van zichzelf (geen eigenwaarde)
••Deze economische onderbouw is ook bepalend voor de maatschappelijke bovenbouw:
materialistisch (geschiedenis wordt bepaald door materie ≈ productiemiddelen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe zal de crisis van het kapitalisme ontstaan volgens Marx?

A

Door de uitbuiting → kapitalisten steeds rijker → productie ↑ maar proletariërs steeds armer → overproductie = crisis van het kapitalisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Klassenstrijd

A

revolutie = opstand met geweld waarbij het proletariaat de
productiemiddelen in handen neemt en dus de kapitalisten onteigent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe zal het einde van de kapitalisme gebeuren volgens marx

A

Door uitbuiting kloof tussen 2 klassen ↑ ➡︎ klassenstrijd ➡︎ vertegenwoordiging proletariaat neemt de macht & verdeelt de meerwaarde rechtvaardig ➡︎ staat wordt overbodig = klassenloze maatschappij geen privébezit ➡︎ einde kapitalisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat wil de sociaal democratie en hoe?

A

•• willen een geleidelijke hervorming
= evolutie i.p.v. revolutie
=reformistisch
••langs parlementaire weg: via socialistische pers -> rellen & stakingen -> Algemeen Stemrecht
afdwingen -> via sociale wetgeving het arbeidersvraagstuk oplossen
•• strijden voor betere werk- en leefomstandigheden door vakbonden, mutualiteiten, nationalisaties…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat wil anarchisme en hoe?

A
  • streeft naar een klasseloze maatschappij met vrijheid en gelijkheid vanuit solidariteit, niet vanuit de staat
  • principes:
    •• mens is van nature goed & sociaal (werkt vrijwillig samen & komt zo tot eerlijke overeenkomsten, op een zo laag mogelijk niveau)
    •• zijn tegen elke vorm van organisatie, want vernietigen de persoonlijke vrijheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat deed de kerk? En wat dacht het?

A

••de Kerk kan niet achterblijven:
- socialisme = groot succes
- socialisme: “godsdienst = opium van het volk”
➡︎ Rerum Novarum (pauselijke encycliek, 1891):
••verwerpt dus de klassenstrijd en pleit voor klassenverzoening en solidariteit
•• privébezit = natuurrecht, maar overheid moet het beperken
••overheid en vakbonden moeten zorgen voor rechtvaardigheid
••nieuwe weg tussen kapitalisme/liberalisme en socialisme/marxisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat waren de 2 strekkingen binnen het katholicisme?

A

•• conservatieven; verzetten zich tegen de emancipatie van de arbeiders en willen paternalistisch (arbeiders blijven afhankelijk vd werknemers) blijven optreden via liefdadigheid
•• chisten-democraten: progressieven: willen onmiddellijk sociale hervormingen en vinden dat
de overheid via wetgeving sociale problemen oplost (staatsinterventie) -> zullen uiteindelijk het laken naar zich toetrekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke oplossingen voor het arbeidersvraagstuk kwamen in België tot stand?

A

••Socialisten, katholieken & progressief liberalen bouwden
samen sociale wetgeving uit
••Reformistisch: de kapitalistische samenleving werd geleidelijk aan hervormd
••De naleving van de wetten ging
In 2 grote reeksen:
1. Beteugelen van grove misbruiken: ⬆︎ loon, ⬇︎ vrouwen- en kinderarbeid, zondagsrust, verkorting van de
arbeidsduur, verplicht werkplaatsreglement, …
2. Sociale zekerheid: pensioen, ziekteverzekering,

17
Q

Doel en middelen liberalisme

A
  • Doel:
    ••Vrijheid
  • Middelen:
    •• cijnskiesrecht
    •• grondwet
    •• nachtwakersstaat (laissez faire)
    •• vrije markt
18
Q

Doel en middelen communisme

A

-Doel:
•• gelijkheid
-Middelen:
•• collectief bezit (X privé)
•• algemeen enkelvoudig stemrecht
•• welvaartsstaat
•• kapitalisme sterk terugdringen

19
Q

Doel en middelen anarchisme

A

-Doel:
••gelijkeid + vrijheid
-Middelen:
•• X overheid
•• X privébezit
•• X kapitalisme
•• klassenloze maatschappij
•• solidariteit

20
Q

Doel en middelen christen democratie

A

-Doel: rechtvaardigheid
-Middelen:
•• algemeen enkelvoudig stemrecht
•• sociale wetgeving
•• vakbonden
•• staats interventie

21
Q

Doel en middelen conservatieve katholieken

A

-Doel:
••samenleving blijft zoals ze is
-Middelen:
•• via liefdadigheid
•• paternalisme
•• cijnskiesrecht