Opiumwet Flashcards

1
Q

Wat staat er op lijst 1 van de opiumwet?

A

Harddrugs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat staat er op lijst 2 van de opiumwet?

A

Softdrugs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat staat er in artikelen 2 en 3 van de OW?

A

Dat zijn de verbodsbepalingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat staat er in artikel 2?

A

Het is verboden om middelen van lijst 1 :

  • Binnen of buiten het grondgebied van Nederland te brengen.
  • te telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, verstrekken, vervoeren of af te leveren.
  • aanwezig te hebben
  • vervaardigen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat staat er in artikel 3?

A

Hetzelfde als artikel 2!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat wordt niet strafbaar gesteld in de OW?

A

Het GEBRUIK van drugs.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarom wordt het gebruik van drugs niet strafbaar gesteld?

A

Omdat de gebruiker als slachtoffer gezien wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat staat er in artikel 10 en 10a van de OW?

A

De strafbaarstellingen (10) en de strafbare voorbereidingshandelingen (10a) omtrent lijst 1 (harddrugs)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat staat er in artikel 11 en 11a van de OW?

A

De strafbaarstellingen (11) en de strafbare voorbereidingshandelingen (11a) omtrent lijst 2 (softdrugs)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Er zit een belangrijk verschil in artikel 10, welke is dit?

A

Het verschil is of iets met OPZET gedaan is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke stappen doorloop je als je iemand aanhoudt met drugs?

A

Stap 1: Harddrugs of softdrugs?
Stap 2: Harddrugs-> Lijst 1 -> artikel 2 (verbodsbepaling)->artikel 10 (strafbaarstelling)
Softdrugs-> Lijst 2 -> artikel 3 (verbodsbepaling)->artikel 11 (strafbaarstelling)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

In welk artikel staan de bevoegdheden van de OW?

A

In artikel 9.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat staat er in artikel 9?

A
  • toegang tot voertuigen
  • toegang tot plaatsen
  • fouilleren
  • in beslag nemen
  • uitlevering vorderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat staat er in artikel 9 lid 1 onder a?

A

Toegang tot voertuig.

  • indien het redelijkerwijs noodzakelijk is voor vervulling van je taak EN
  • indien het bekend is of redelijkerwijs kan worden worden vermoed dat,
  • drug worden vervoerd of ingevoerd worden. Of dat daarin, daarop, daaraan drugs bewaard worden of aanwezig zijn.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat houdt toegang tot het voertuig in?

A

Je mag het voertuig in, je mag zoekend rondkijken en uit jurisprudentie blijkt dat je ook de kofferbak mag openen, maar je mag niet in het dashboardkastje kijken. Wil je toch in het dashboardkastje kijken, moet je terugvallen op SV.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat staat er in artikel 9 lid 1 onder b?

A

Toegang tot plaatsen

  • indien dit redelijkerwijs noodzakelijk is voor vervulling van je taak, krijg je toegang tot plaatsen waar,
  • een overtreding van deze wet gepleegd wordt of,
  • dat daarvan een vermoeden is.
17
Q

Wat houdt ‘toegang tot plaatsen’ in?

A

Dat als je een vermoeden hebt van een overtreding van de OW, dat je een plaats mag betreden en zoekend rond mag kijken. Wil je doorzoeken, moet je terugvallen op SV. Gaat het om een woning geldt altijd AWBI en heb je een machtiging nodig, tenzij spoed.

18
Q

Wat staat er in artikel 9 lid 2?

A

Fouillering
OA’s zijn bevoegd een persoon, verdacht van een bij deze wet als MISDRIJF strafbaar gesteld feit, bij het bestaan van ernstige bezwaren tegen deze, aan de kleding te doorzoeken.

19
Q

Wat zijn de bestandsdelen van de artikel 9 lid 2, fouillering OW?

A
  1. OA’s.
  2. Persoon
  3. verdacht van een misdrijf uit de OW
  4. ernstige bezwaren
  5. aan de kleding te onderzoeken
20
Q

Wat staat er in artikel 13 lid 1 en lid 2?

A

Of iets een overtreding of misdrijf is.
‘Handelen in strijd met…’ is een overtreding
‘Opzettelijk handelen in strijd met..’ is een misdrijf

21
Q

Uitzonderingen op een misdrijf of overtreding…?

A

< 30 gram hennep of hasj is een overtreding

gebruikershoeveelheid lijst 2 is een overtreding

22
Q

Wanneer is iets een misdrijf in de OW?

A
  1. Opzettelijk handelen
  2. Bezit van harddrugs
  3. > 30 gram hennep of hasj (art. 11 lid 6)
  4. > Gebruikershoeveelheid softdrugs (art. 11. lid 7)
23
Q

Wat zijn de bestandsdelen van fouillering in de OW?

A
  1. OA’s.
  2. een persoon
  3. verdacht van een misdrijf uit de OW.
  4. Ernstige bezwaren
  5. aan de kleding te ondezoeken
24
Q

Wat staat er in artikel 9 lid 3?

A

In beslagname