Open vragen Flashcards
Wanneer de adrenaline spiegel in het bloed stijgt, verandert de activiteit van de glycogenolyse en de glycogenese in de skeletspiercel.
Wat gebeurt er met de activiteit van de glycogenolyse en de activiteit van de glycogenese in de skeletspiercel na binding van adrenaline aan de beta-adrenerge receptor op het sarcolemma?
- Cyclisch AMP wordt verhoogd (cAMP)
- Proteine kinase A activiteit wordt verhoogd
- Glycogeen fosforylase kinase en glycogeen synthese worden gefosforyleerd
- Glycogeen fosforylase wordt gefosforyleerd door fosforylase kinase
- Fosforylase wordt geactiveerd en glycogeen synthase wordt geremd
Verklaar waardoor de hoeveelheid lichaamsvet en niet de hoeveelheid lichaamseiwit de overlevingstijd van een hongerstaker bepaalt.
- Bij langdurig vasten treedt eiwitsparing op
- Door ketonlichaamproductie is maar weinig eiwitafbraak nodig voor de gluconeogenese
Verklaar waadoor eiwit versneld wordt afgebroken als de vetmassa van een hongerstaker nagenoeg op is.
- Als vetmassa beneden een kritisch niveau komt, is er onvoldoende productie van ketonlichamen om hersenen van brandstof te voorzien
- Eiwitten worden versneld afgebroken om glucose te leveren
Lipoproteine (a) is een circulerend lipoproteine deeltje. Hoe meer van deze deeltjes je hebt, hoe groter het risico op het krijgen van hart- en vaatziekten.
Beschrijf lipoproteine (a).
- Het is een LDL-achtige deeltje
- Het apo(a)-eiwit is covalent gebonden aan het apoB100
Tijdens vetzuuroxidatie in de levercel zorgen producten van de beta-oxidatie voor remming van de glucose oxidat door remming van de activiteit van het pyruvaat dehydrogenase complex (PDHc)
Noem 2 producten van de beta-oxidatie die zorgen voor remming van de PDHc activiteit, en beschrijf de werkingsmechanisme waarmee deze producten de PDHc activiteit remmen.
- NADH
- ATP
- Acetyl-CoA
- Beide remmen PDH rechtstreeks
- Beide activeren PDH kinase dat PDH fosforyleert
- En daarmee inactiveert
Erythrocyten produceren 13C-gelabelde CO2 wanneer ze 13C-gelabelde glucose krijgen aangeboden.
Wat is de belangrijkste functie van de metabole route waarmee CO2 wordt geproduceerd uit glucose in rode bloedcellen?
- Vorming van NADPH
- De totale hoeveelheid uitgescheiden stikstofmetabolieten in de urine is op dag 10 (hongerstaking) ____ dan de uitgescheiden hoeveelheid stikstofmetabolieten op dag 2 }
- Naar verhouding tot ureum wordt stikstof op dag 10 in ____ mate uitgescheiden in de vorm van ammoniak dan op dag 2
- De totale hoeveelheid uitgescheiden stikstofmetabolieten in de urine is op dag 10 (hongerstaking) lager dan de uitgescheiden hoeveelheid stikstofmetabolieten op dag 2
- Naar verhouding tot ureum wordt stikstof op dag 10 in hogere mate uitgescheiden in de vorm van ammoniak dan op dag 2
De snelheid van de vetzuuroxidatie in de spiercel wordt bepaald door het intracellulaire vetzuuraanbod, en de snelheid van de vetzuuropname van mitochondrien.
Beschrijf hoe vetzuur vanuit het cytosol het mitochondrien in wordt getransporteerd, en hoe deze opname wordt onderdrukt door de vorming van malonyl-CoA
- Vetzuur-CoA activeert vetzuur
- Vetzuur-CoA –> vetzuur-carnitine ester | aan cytosolaire zijde
- Deze reactie wordt geremd door malonyl-CoA
- Vetzuur-carnitine-esters wordt uitgewisseld met mitochondriaal vrij carnitine
- Vetzuur-carnitine ester –> vetzuur CoA onder vrijmaking van carnitine | Intramitochondriaal
Je bent huisarts en bent met spoed geroepen naar een 25-jarige patient die onwel is geworden. Hij is moeilijk aanspreekbaar en door de buurvrouw in huis aangetroffen. Het eerste wat je opvalt is dat de adem van de patient naar aceton ruikt.
- Onwel worden + vieze adem, wat is mogelijke oorzaak?
- Welk metaboliet moet gemeten worden om onderscheid te maken tussen deze twee, en wat is meest waarschijnlijk bij welk oorzaak?
- Type 1 DM of Vasten
- Bloedsuiker, verhoogd: Type 1 DM, verlaagd: vasten
Bij een drie dagen oude patient met een ernstige hypoglycemie in de nanacht wordt tijdens de hypoglycemie een sterk verhoogd plasma triglyceride (TG) spiegel gemeten. Het patientje blijkt een glucose-6-fosfotase deficientie te hebben,
Wat is de beste verklaring voor de hoge TG spiegel in het bloed van deze patient ten tijde van de hypoglycemie?
Verhoogde uitscheiding van TG door de lever als gevolg van verhoogde glycerol-3-fosfaat vorming
19 Jarige man op SEH met verschijnselen van alcohol vergiftiging. Bloedonderzoek:
- Alcohol promillage 2,1
- Bloedglucosewaarde 3,3 mmol/L
- pH van 7,3
Verklaar hoe dit hoge alcohol promillage de oorzak kan zijn van de lage bloedsuikerspiegel bij deze patient
- Er is onvoldoende leverglycogeen om de bloedsuiker op peil te houden
De handhaving van de bloedsuikerspiegel is meer afhankelijk van de gluconeogenese geworden - De gluconeogenese wordt geremd tijdens de verwerking van alcohol
- Dit komt door de verstoring van de redoxtoestand in de lever (verhoogde NADH/NAD+ ratio)
Bij regelmatig alcohol gebruik is het risico op het ontstaan van leververvetting aanwezig.
Welk proces speelt een belangrijke rol bij het ontstaan van alcohol-geinduceerde leververvetting?
Vorming van G-3-P (Glycerol-3-fosfaat) uit DHAP (dihydroxyacetonfosfaat)
De diabetes control and complication trial (DCCT) heeft aangetoond dat intensieve insuline therapie bij type 1 diabetes een gunstig effect heeft op diabetische microvasculaire complicaties.
Wat is het effect van intensieve insuline therapie bij patienten met type 1 DM op lichaamsgewicht en hypoglycemieen?
- Gewichtstoename
- Verhoogde kans op een hypoglycemie