Opbouw en werking brein vervolg Flashcards

1
Q

corpus callosum

A

communicatie tussen L&R hersenhelft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Limbische systeem bestaat uit (5)

A
  1. Gyrus cinguli
  2. thalamus
  3. hypothalamus
  4. hippocampus
  5. amygdala
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

limbische systeem functie

A

grote rol bij emoties, leren en geheugen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

EEG

A

registreren van hersenactiviteit (temporale resolutie hoog, spatiële resolutie laag)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Temporale resolutie

A

tijdsspecifiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

spatiële resuolutie

A

locatiespecifiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

ERP (event related potential)

A

Klein deel van EEG laat gemiddelde hersenactiviteit op vast tijdstip na stimulus zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

fMRI (functional Magnetic Resonance Imaging)

A

kan de mate van de doorbloeding in de hersenen meten, hoe meer bloed hoe meer activiteit (temporale resolutie laag, spatiële resolutie hoog)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

plasticiteit van de hersenen

A

hersenen kunnen veranderen in organisatie onder invloed van leren, trainen en ervaringen. Vooral tijdens de ontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

neurogenese

A

nieuwe neuronen ontstaan op nieuwe plekken waar ze wél gebruikt zullen worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

long term potention

A

veranderingen omtrent neurotransmitters en neuronen waardoor de doeltreffendheid van de signaaloverdracht tussen neuronen vergroten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

blooming

A

enorme groei van dendrieten, axonen, verbindingen en myeline in het babybrein

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

pruning

A

verbindingen tussen neuronen die niet gebruikt worden snoeien, “use it or lose it”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly