Emoties Flashcards

1
Q

emotie

A

subjectief gevoel richting een object, persoon, gedrag etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Affectieve neurowetenschap

A

onderzoek naar neurologische basis van emoties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

functie emoties

A

psychologische adaptaties (neg en pos)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ekman

A

6 basisemoties, overeenkomsten tussen mens en dier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

appraisaltheorie

A

theorie over emoties dat ze uit interpretatie en context komen en het wordt beïnvloed door eerdere ervaringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

kritiek op appraisaltheorie

A

geen bewijs dat elke emotie een specifieke lichamelijke reactie oproept

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

constructivistische theorie, wie?

A

emoties ontstaan wanneer mensen emotionele betekenis geven aan interne en externe sensaties, nurture (Barret)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

quik and dirty

A

thalamo-amygdala route -> direct paraat staan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

slow and accurate

A

thalamo-cortico-amygdala route -> interpreteert en evalueert de situatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

oxytosine

A

dempt werking van amygdala

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

functie amygdala

A

emotie,verdediging, energiebehoud, reproductie, thermoregulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

3 functies prefrontale cortex

A
  1. creëren emotionele betekenis
  2. impact emotionele stimuli verminderen
  3. verbale indeling van emotionele reacties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

reappraisal

A

cognitieve strategie waarmee de emotionele betekenis van een stimulus wordt veranderd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

top-down processen in PFC

A

emotionele betekenis, impact, klassieke conditionering aan- en afleren onprettige associatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

insula

A

monitort eigen emotionele toestand en lichamelijke verandering. vooral negatieve gevoelens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

saliencenetwerk

A

een soort schakelaar tussen het executieve netwerk en het default mode netwerk, empathie

17
Q

nucleus accumbens

A

genotscentrum, verlangen en beloning

18
Q

spiegelsysteem

A

mensen kopiëren emoties van anderen om hun heen