Oorzaken psychopatisch gedrag (Les 3: Labeling) Flashcards

1
Q

Defecten in de amygdala

A

De amygdala speelt een primaire rol in de verwerking van herinneringen en emotionele reacties.

Psychopaten kunnen door defecten in de amygdala moeilijk emoties herkennen bij zichzelf en bij anderen.

Ook zijn er associaties gevonden tussen de amygdala en aversieve conditionering en vermijdingsleren. MRI studies laten zien dat psychopaten minder affect gerelateerde activiteit vertonen in de amygdala bij het zien van positieve beelden.

Door een gebrek aan herkenning van emoties kan men zich moeilijk inleven in de ander. Dit suggereert dat men beperkingen heeft in het ervaren van schuld en morele beperkingen hebben mbt wat goed en fout is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Defecten in de orbitofrontale cortex

A

Een disfunctie in de OFC blijkt gerelateerd te zijn aan antisociale problemen, fysieke agressie en agressie regulatie bij psychopaten.

Disfunctie in het OFC leidt tot beperkte regulatie van reactieve agressie. Deze vorm van agressie bestaat uit fysiek geweld als reactie op een frustratie/bedreiging.

Kenmerk van het gedragsprofiel bij psychopaten is het excessief gebruik van instrumentele agressie: deze vorm van agressie is proactief, doelgericht en gepland.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Defecten in prefrontale cortex - Somatische marker hypothese

A

Schade aan de prefrontale cortex leidt ertoe dat het somatosensorische gedeelte niet in staat is om bepaalde ervaringen als goed/fout te onderscheiden. Het zorgt ervoor dat er geen mechanisme is dat aanleert om aversieve stimuli te vermijden, de persoon neemt de prikkels niet waar.

Psychopaten hebben extreem lage autonomische respons op aversieve stimuli.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Defecten in de prefrontale cortex - Respons modulatie hypothese

A

Een defect in de prefrontale cortex zorgt voor risicogedrag bij psychopaten en voor het onvermogen om te leren van eerdere negatieve ervaringen.

Onderzoek via passieve vermijdingstaak om aan te tonen dat psychopaten slecht zijn in vermijdingsleren.
-> taak: kiezen uit 4 opties waarin slechts 1 optie positief beloond werd, na 1 optie volgde een elektrische schok en de andere 2 opties werden neutraal beloond.

-> resultaat: psychopaten geven meer responsen die leiden tot elektrische schokken itt de controlegroep die leerden om schokken te vermijden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Arousal - De lage arousal theorie (Hare)

A

= lage opwindings- / stressgraad

Psychopaten hebben een pathologisch laag niveau van autonome en corticale arousal vergeleken met non psychopatische individuen.

–> Gevolg:
- Ze worden niet automatisch geprikkeld door stimuli die beangstigend zijn of stressvol zijn zoals bij normale mensen.

  • Ze zijn hierdoor in een chronische staat om stimulatie en sensaties te zoeken.
  • Het resultaat van deze onder-arousal is dat een psychopaat meer intense en gevarieerde input nodig heeft om zijn arousal niveau tot een optimaal level te krijgen. En het zorgt ervoor dat men door weinig stimuli geïnhibeerd wordt. Deze lage inhibitie zorgt voor meer gedragsproblemen.

–> Lage arousal wordt toegeschreven aan:
- Een abnormaal hoge aversie drempel: hierbij wordt deze pas overschreden bij extreme levels van geweld/agresssie

  • Door de lage arousal zou conditionering minder snel tot stand komen, waardoor men minder snel/zelfs niet leert van eerder gemaakte fouten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Defecten in Anxiety

A

Psychopaten hebben een hoge aversie grens die leidt tot het idee dat ze een beperking hebben in het ervaren van angst en anxiety.

Patrick onderzocht deze assumptie en concludeerde dat psychopaten een afwijkende schrik reflex (startle reflex) hebben tov non psychopaten.

-> Tijdens het bekijken van bedreigende plaatjes knipperden de groep psychopaten veel minder en langzamer met de ogen.

-> verklaring: Psychopaten hebben een lagere activiteit in hun defensie en terugtrekkingsmechanismen. Dit zorgt voor een hogere aversie drempel en inhibitie voor anxiety.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly