Nieuwe manieren van denken - cognitieve ontwikkeling (hfdst 1 - Adolescentie) Flashcards
Experimenteel denken
Adolescent gaat uit een geheel van mogelijke factoren telkens afzonderlijk en systematisch naar 1 variabele kijken om een conclusie te kunnen formuleren. De adolescent kan zijn inzichten toetsen door experimenteel te werk te gaan en waar te nemen wat zijn experimentele manipulaties te weeg brengen.
Hypothetische-deductief denken
Adhv een algemene theorie over datgene wat een resultaat oplevert, leiden adolescenten verklaringen en voorspellingen af voor specifieke situaties. Men is dus in staat om abstracte mogelijkheden als vertrekpunt te nemen en van daaruit over te stappen naar het concrete.
Propositioneel denken
Adolescenten kunnen afzonderlijke veronderstellingen op elkaar betrekken zodat er nieuwe inzichten/conclusies uit ontstaan, zonder dat men hoeft na te gaan of de conclusie klopt met de feiten.
Combinatorisch denken
Adolescent zal telkens nagaan welke combinaties van factoren er bestaan om er zeker van te zijn dat er geen enkele mogelijkheid over het hoofd wordt gezien. Men gaat eerst theoretische bedenken welke combinaties mogelijk zijn en gaat deze dan nauwgezet en systematisch toetsen.