Ontwikkeling van bewegingsaparaat Flashcards

Oostra

1
Q

Uit welk deel van het IEM komt de:
- chorda dorsalis
- Somieten
- Pro, meso- en metanephros
- Visceraal en pariëtaal blad

A

-Axiaal
- Paraxiaal
- Intermediair
- Zijplaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke genen zijn verantwoordelijk voor segment identiteit?

A

Hox genen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn posterieure homeote transformaties?

A

Uiterlijk van de aangedane wervel lijkt op die van de wervel eronder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn anterieure homeote transformaties?

A

Uiterlijk van de aangedane wervel lijkt op die van de wervel erboven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat voor soort mutatie veroorzaakt anterieure homeote transformaties?

A

Loss of function mutaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat voor soort mutatie veroorzaakt posterieure homeote transformaties?

A

Gain of function mutaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het verschil in expressiepatronen tussen homeote transformaties en numerieke afwijkingen?

A
  • Homeote: lineaire verschuiving
  • Numeriek: stretching/squeezing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het eindresultaat van numerieke afwijkingen?

A

Ontbrekende halswervels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar is de chorda nog in terug te vinden?

A

Nucleus pulposis –> basis van de kern van de tussenwervelschijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een vlinderwervel?

A

Ossificatiedefect van een wervellichaam door lokaal vertraagde of uitgebleven regressie van chorda-kanaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is hernia nuclei pulposi?

A

Uitstulping van een tussenwervelschijf die een zenuw beknelt die bv. naar het been loopt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de 4 stadia voor extrimiteiten ontwikkeling?

A

Inductie van extremiteiten –> ontwikkeling van extremiteitsknoppen –> differentiatie van extremiteitssegmenten –> kraakbeen en beenvorming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe wordt reguleerd waar de extremiteiten ontstaan?

A

Door aanwezigheid van Hox genen C6 en C8 die de vorming van extremiteits-knoppen onderdrukken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe wordt gereguleerd hoe de extremiteiten ontstaan?

A

Door inductie van extra extremiteits-ontwikkeling door FGF’s of WNT’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe wordt arm en been identiteit gereguleerd?

A

Tbx5 voor bovenste extremiteiten
Tbx4 voor onderste extremiteiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de progress zone?

A

Prolifererend zijplaat-mesoderm dat ongedifferntieerd gehouden wordt door de apical ectodermal ridge

17
Q

Wat is de apical ectodermal ridge?

A

Richel van ectodermweefsel op de extremiteitsknop

18
Q

Welke as bepalen de PZ en de AER?

A

Proximo-distale as (schouder-vingertop) oiv Fgf10 en Fgf8

19
Q

Wat is de zone of polarising activity?

A

Mesenchym cellen in posterieure deel van de extremiteitsknop

20
Q

Voor welke as zorgt de ZPA?

A

Antero-posterieure as (duim-pinkzijde)

21
Q

Welke eiwitten/hormonen zijn betrokken bij bepalen van de antero-posterieure as groei?

A

Shh en FGF’s –> interacties tussen proximo-distale en antero-posterieure as ontwikkeling

22
Q

Welke Hox genen zorgen voor segment identiteit?

A

Hox-d genen

23
Q

Wat worden somieten na maturatie?

A

Skeletspieren

24
Q

Wat wordt neurale lijst na maturatie?

A

Sensibele zenuwen en pigment cellen

25
Q

Wat wordt de neurale buis na maturatie?

A

Motorische zenuwen

26
Q

Wat wordt vaat-endotheel na maturatie?

A

Perifere bloedvaten

27
Q

Hoe wordt interdigitale apoptose gereguleerd?

28
Q

Wat is het verschil tussen een skeletdysplasie en een dysostosen?

A

Skeletdysplasie is een stoornis in kraakbeen/bot ontwikkeling veroorzaakt door mutatie in gen
Dysostosen is een afwijking van het skelet veroorzaakt door ontwikkelingsstoornissen van het bouwplan

29
Q

Benoem van de achondroplasie groep de kenmerken, erfmodus en betrokken gen:

A

Kenmerken: rhizomele dwerggroei, verwijde metaphysen, playspondylie
Erfmodus: autosomaal dominant
Betrokken gen: FGFR3

30
Q

Benoem van de osteogenesis imperfecta groep de kenmerken, erfmodus en betrokken gen:

A

Kenmerken: breekbare botten, blauwe sclerae, fragiele huid, gebitsafwijkingen, slechthorendheid
Erfmodus: meestal autosomaal dominant
Betrokken gen: COL1A1 & 2

31
Q

Welke cellen zijn betrokken van endesmale en enchondrale ossificatie van de schedel?

A

Neurale lijst en paraxiaal mesoderm

32
Q

Hoe ontstaan schedelnaden?

A

Doordat mesenchym blijft bestaan tussen intramembraneus gevormde beenderen