Omgekeerd Flashcards
1
Q
Afgezaagd zegwijze
A
Cliché
2
Q
Variatie
A
Diversiteit
3
Q
Opvatten
A
Interpreteren
4
Q
Geheel van ideeën die de basis van een godsdienst of andere gedachtegoed bepalen
A
Ideologie
5
Q
Gericht op onderdrukking
A
Repressief
6
Q
Inlevingsvermogen
A
Impathie
7
Q
Vereniging van groep mensen met dezelfde belangen
A
Coporatie
8
Q
Neerkijken op andere mensen
A
Arrogantie
9
Q
Je beter voelen
A
Superieur
10
Q
Gedrag dat je mensen helpt zonder eigenbelang
A
Altruïsme
11
Q
Deel van mes waarmee je snijdt
A
Lemmet
12
Q
Deel van mes dat je vast hebt
A
Heft
13
Q
Gewatteerd vest
A
Wambuis
14
Q
Heel erg blij
A
Extase
15
Q
Zeggen dat je geen familie bent terwijl dat wel zo is
A
Verloochenen
16
Q
Jaloers
A
Afgunstig