Module 1 Flashcards
1
Q
Actor
A
Speler die invloed heeft op het proces
2
Q
Pretentie
A
Gedrag of uitspraak waaruit eigendunk blijkt
3
Q
Repressief
A
Gericht op onderdrukking
4
Q
Ideologie
A
Geheel van ideeen die de basis van godsdienst of ander gedachtegoed bepalen
5
Q
Dictatuur
A
Alleenheerschappij die gericht is op onderdrukking van mensenrechten
6
Q
Definiëren
A
Duidelijk omschrijven
7
Q
Formuleren
A
Iets uitdrukken in woorden