Oefenvragen week 3 Flashcards

1
Q

De maatschappelijke aandacht voor seksueel grensoverschrijdend gedrag heeft een enorme boost
gekregen door de #MeToo-beweging. Het aantal meldingen van seksueel grensoverschrijdend
gedrag bij de politie is sterk toegenomen, maar deze meldingen hebben niet geleid tot veel meer
aangiftes van zedendelicten. Melders zouden vaak afzien van aangifte, nu de kans dat een aangifte
tot een veroordeling leidt relatief gering is.

Geef gemotiveerd aan waarom deze aangiftes vaak niet leiden tot een veroordeling (max. 300
woorden)?

A
  • Zedenfeiten spelen zich meestal af tussen verdachte en slachtoffer, waardoor fysiek bewijs vaak ontbreekt.
  • Vertraging in aangifte leidt vaak tot een gebrek aan ondersteunend bewijs (zoals getuigen of DNA).
  • Artikel 342 lid 2 Sv verbiedt veroordeling enkel op basis van één getuigenverklaring.
  • Zelfs met steunbewijs is de rechter niet verplicht tot veroordeling; er moet wettig en overtuigend bewijs zijn.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Verdedig gemotiveerd de volgende stelling (max. 300 woorden):

‘De rechter moet zijn straf zoveel mogelijk baseren op de LOVS-oriëntatiepunten’

A
  • LOVS oriëntatiepunten zijn geen bindend recht, maar geven richting voor rechtszekerheid en rechtseenheid.
  • De rechter heeft vrijheid in straftoemeting en moet rekening houden met alle omstandigheden van het geval.
  • Afwijken van de oriëntatiepunten is toegestaan wanneer de specifieke omstandigheden dit rechtvaardigen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De rechter treft in zijn dossier een aangifte van een verbalisant (politieagent). De aangifte houdt in
dat een brommerrijder moedwillig op de verbalisant is ingereden terwijl deze hem tot stoppen
maande bij een alcoholcontrole. Het voorwiel van de brommer zou tegen het been van de
verbalisant zijn gekomen, maar van letsel is geen sprake. De verbalisant doet aangifte van
mishandeling. Hij zou pijn hebben ondervonden bij de vermeende aanrijding.
De verdachte verschijnt op zitting en geeft toe de alcoholcontrole te hebben omzeild. Hij vindt het
heel stom van zichzelf! Maar inrijden op een verbalisant?! Dat heeft hij niet gedaan en zou hij
trouwens ook nooit doen. De verdachte is 25 jaar en heeft geen strafblad.

U bent de rechter. Geef gemotiveerd aan tot welk oordeel u komt (max. 300 woorden)?

A
  • Proces-verbaal van een verbalisant heeft bijzondere bewijskracht (artikel 344 Sv).
  • Valse aangifte en meineed zijn strafbaar, wat de betrouwbaarheid van een
    verbalisant vergroot.
  • De rechter moet zowel wettig bewijs als persoonlijke overtuiging hebben voor een
    veroordeling.
  • De rechter kan de verbalisant ambtshalve horen en maakt een belangenafweging
    tussen strafvordering en waarheidsvinding.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verdedig gemotiveerd de volgende stelling (max. 300 woorden):
‘De rechter spreekt via zijn vonnis. De rechter hoeft niet aan een talkshowtafel te gaan zitten of zich
te roeren op X of threads.’

A
  • De rechter communiceert primair via zijn vonnis, maar heeft ook vrijheid van meningsuiting.
  • Rechters moeten onpartijdig en onafhankelijk blijven, ondanks maatschappelijke verwachtingen van betrokkenheid.
  • Het publiekelijk spreken over een zaak waar de rechter zelf bij betrokken was, wordt doorgaans als ontoelaatbaar beschouwd.
  • Bij elke publieke uiting moet de rechter een zorgvuldige belangenafweging maken tussen maatschappelijke betrokkenheid en onpartijdigheid. 
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly