Oefenvragen 4 Flashcards
Zo’n veertig demonstranten van Extinction Rebellion blokkeerden op 21 juli 2023 het spoor naar
een kolenoverslagbedrijf op de Tweede Maasvlakte, nadat een aantal van hen daartoe eerder
openbaar had opgeroepen via sociale media. Ongeveer de helft van hen had zich vastgemaakt aan
de rails. Ze zijn losgemaakt en daarna aangehouden door de politie. Tijdens de aanhouding laat een
aantal demonstranten zich beledigend uit tegenover de politie. De aangehouden demonstranten
dragen geen legitimatiebewijzen en weigeren ook hun personalia kenbaar te maken op het
politiebureau. Zij geven bovendien aan het voornemen te hebben zich opnieuw te zullen
vastketenen.
Geef gemotiveerd aan of u het (on)eens bent met de volgende stelling (max. 300 woorden).
“De rechter-commissaris mag (in het licht van de uitspraken van de demonstranten) preventief een
machtiging bewaring afgeven.”
- Voorlopige hechtenis is mogelijk als het misdrijf waarop de verdenking rust een gevangenisstraf van vier jaar of meer kent (artikel 67 lid 1 Sv).
- Opruiing valt hieronder (gevangenisstraf tot vijf jaar), dus demonstranten verdacht
van opruiing kunnen in voorlopige hechtenis worden genomen. - Voor verdachte demonstranten zonder vast woon- of verblijfplaats kan voorlopige
hechtenis ook worden bevolen, zeker als zij personalia weigeren. - De rechter-commissaris maakt steeds een belangenafweging, waarbij hij
herhalingsgevaar en mogelijke maatschappelijke onrust afweegt tegen de
vrijheidsbeneming.
Voorlopige hechtenis kan alleen worden toegepast als daar voldoende en relevante gronden voor
zijn. Een van die gronden is de recidivegrond (de vrees voor herhaling). Stel dat de rechtercommissaris de toepassing van voorlopige hechtenis op grond van recidivegevaar als volgt
motiveert:
“Aannemelijk is dat verdachte tot het vermoedelijk begane feit – woninginbraak – is gekomen onder
invloed van psychosociale problemen (een drugsverslaving, dakloosheid en
schuldenproblematiek), waarvoor nog geen oplossing is gevonden. Daarnaast blijkt uit het
strafblad van de verdachte dat hij de afgelopen twee jaar vaker voor het plegen van
vermogensfeiten is veroordeeld.”
Hoe beoordeelt u deze motivering in het licht van de jurisprudentie van het EHRM en de HR met
betrekking tot de motivering van de voorlopige hechtenis (max. 500 woorden)?
Het EHRM benadrukte dat de motivering van voorlopige hechtenis specifiek moet
zijn en niet te algemeen of abstract (Maassen, Hasselbaink, Zohlandt arresten).
* HR voorlopige hechtenis volgt deze lijn en vereist een concrete motivering,
aangepast aan de verdachte en diens specifieke, feitelijke en persoonlijke omstandigheden.
* In de casus wordt aandacht besteed aan de verslavingsproblematiek en eerdere
veroordelingen, wat in lijn lijkt te zijn met deze jurisprudentie.
Peter (51) wordt verdacht van verkrachting van Kim (24). Kim heeft bij de politie verklaard dat zij
Peter tijdens een (drankovergoten) avond stappen is tegengekomen. Ze is met hem mee naar huis
gegaan voor een afzakkertje. Ze zijn samen op de bank gaan zitten, en Peter heeft haar vervolgens
gezoend. Dat vond Kim ook nog leuk. Daarna zou hij volgens Kim te ver zijn gegaan en heeft hij
tegen haar wil seks met haar gehad.
Peter ontkent de verkrachting. Het klopt dat hij seks heeft gehad met Kim, maar dat was “met
consent”. De advocaat van Peter wil Kim horen als getuige. De officier van justitie heeft van de
slachtofferadvocaat van Kim gehoord dat het slecht gaat met Kim. Kim was al een kwetsbare
vrouw, maar als gevolg van de verkrachting is zij in een diepe depressie gezonken. Het meerdere
uren durende politieverhoor heeft zij als heel belastend ervaren.
U bent RC en beoordeelt het verzoek van de advocaat van Peter. Geef gemotiveerd uw oordeel over
dit verzoek (max. 300 woorden).
Kim’s belastende verklaring is cruciaal; de verdediging heeft groot belang om haar te
horen, conform jurisprudentie van de HR en EHRM.
* Artikel 288 lid 1 sub b Sv geeft echter ruimte om van het horen van getuigen af te
zien als hun gezondheid of welzijn in gevaar komt. Dit kan bij Kim het geval zijn.
* Een belangenafweging is nodig: het welzijn van Kim tegenover het belang van de
verdachte en waarheidsvinding. Een aanvullende verklaring van Kim kan mogelijk
ook haar helpen.
Laila heeft aangifte gedaan van mishandeling door haar vriend Marcel. Hij zou haar hard op haar
neus hebben gestompt. Op de desbetreffende avond kwam zij met een bebloed gezicht aan bij het
politiebureau, waar ze meteen een verklaring heeft afgelegd die zij ook heeft ondertekend. Die
avond beëindigt ze de relatie met Marcel. Marcel wordt aangehouden door de politie. Hij ontkent
Laila te hebben geslagen. Er is volgens Marcel wel een worsteling geweest en daarbij is Laila op de
tafel gevallen met haar gezicht. Hij heeft haar echt niet geslagen. Marcel is 5 jaar geleden
veroordeeld voor openlijke geweldpleging. Ook is hij twee jaar geleden veroordeeld voor huiselijk
geweld tegen zijn ex-vrouw. Bij de politie staat hij bekend als agressief; meerdere buren maken zich
zorgen over de gezondheid van Laila.Marcel wordt gedagvaard. De advocaat van Marcel verzoekt de
rechter-commissaris om Laila als getuige te horen. De advocaat weet ook te melden dat de relatie
weer is hervat. Zij legt daarbij een brief over van Laila waarin Laila aangeeft dat zij de aangifte had
willen intrekken. Zij wil hoe dan ook niet dat Marcel wordt veroordeeld.
U bent RC en beoordeelt het verzoek van de advocaat van Marcel. Geef gemotiveerd uw oordeel
over dit verzoek. (max. 300 woorden).
Laila’s verklaring is essentieel voor de zaak en de verdediging heeft groot belang om
haar te horen. Jurisprudentie ondersteunt dit.
* Toch kunnen er zorgen zijn over haar veiligheid, zeker gezien haar wens de relatie
met Marcel te hervatten.
* De rechter-commissaris kan het verzoek om Laila te horen laten rusten, waardoor
de zittingsrechter later opnieuw met dit dilemma wordt geconfronteerd, afhankelijk
van de veranderende situatie tussen Laila en Marcel.