Oefenvragen Deeltoets 2 Flashcards
Wat houdt de theorie van de linguïstische relativiteit in?
De theorie van de linguïstische relativiteit stelt dat veel dingen die we doen worden beïnvloed door Onze Taal. Verschillende talen zorgen voor verschillende manieren van herinneren, denken in kijken naar de wereld. Veel psychologen denken tegenwoordig dat zelfs onze percepties zoals kleuren worden beïnvloed door de taal die bespreken.
Welke bewering is juist:
I: Deductief redeneren is het proberen om uit observatiesOf feiten nieuwe principes of stellingen te halen
II: Inductief redeneren is het proberen tot een logische conclusie te komen die waar moet zijn als bepaalde aannames voor waar aanneemt
I en II zijn beide onjuist
Welke resultaten vormen een bewijs van Galton’s idee dat mentale snelheid een basis is voor algemene Intelligentie?
Positieve correlatie tussen de reactietijd en scores van conventionele IQ testen. Hoe sneller je iets opneemt in het KTG, hoe sneller je iets in het LTG opneemt
Hoeveel invloed heeft in hetzelfde gezin opgevoerd worden of opgevoed zijn, op overeenkomst in IQ (Gemeten intelligentie) En hoe is dat te verklaren?
In de kindertijd komt het IQ wel overeen, maar de correlatie verdwijnt wanneer de kinderen volwassen zijn. Verklaring: kinderen kiezen als ze volwassen zijn hun eigen omgeving uit, en hun genetische verschillen beïnvloeden de omgeving. De omgeving zorgt ook juist dat de kinderen van elkaar verschillen.
Een kind kan volgend Piaget Nadenken over de omkeerbare gevolgen van acties in de:
A: Sensorimotorische fase
B: Preoperationele fase
C: Concreet operatoionele fase
D: Formeel operationele fase
B: Preoperationele fase
Wat is een schema in de theorie van Piaget?
Een schema is een geordend systeem.
Assimilatie: hoe we nieuwe ervaringen in een bestaand schema plaatsen
Accommodatie: je eigen systeem aanpassen aan nieuwe stimuli
Beroemde vier Fasen van Piaget en beschrijf wat hier wordt ontwikkeld
Sensomotorisch: van 0 tot 2 jaar: Het ontwikkelen van de zintuigen en de motoriek
Pre operationeel: Van 2-7 jaar:Fantasie spel is belangrijk voor de ontwikkeling
Concreet operationeel: Van 7-12 jaar:Kinderen werken vooral met concrete materialen om zelf tot ontdekking te komen. Het conservatie besef in het begrijpen van oorzaak en gevolg relaties zijn aanwezig
Formeel operationeel:12 jaar en ouder: Het kind is in staat om problemen op te lossen zonder concrete materialen
Geef een duidelijke beschrijving van de belangrijkste punten waarop Vygotsky’s socioculturele ontwikkeling verschilt van die van Piaget
Socioculturele visie Vygotsky:
- Kinderen ontwikkelen zich in een sociaal-cultureel milieu
- Interactie met andere mensen
- Producten van de culturele geschiedenis
Taal leidt volgens Vygotsky Tot een hogere vorm van denken (verbal thought).
- Het komt ook alleen met de interactie met de omgeving tot stand
- Het kind is een onderdeel van de sociale wereld
Piaget:
- Interactie met de fysische wereld
- Kinderen beroepen zich bijvoorbeeld bij het tellen op kern principes
- Het kind is een Kleine wetenschapper
- De natuur van de wereld leren kennen door middel van experimenten
Hoe dacht Vygotsky over taalverwerving?Verschilt zijn opvatting met die van Piaget?
Tell leidt tot een hogere vorm van denken. Woorden worden eigenlijk symbolen van het denken. Woorden reflecteren ook de activiteiten en waarde van een cultuur.
Non communicatieve taaluitingen zijn in de overgangsfase naar verbal thought.
Kinderen praten vaker langer hardop bij moeilijke taken.
Het oplossen van het probleem wordt hierdoor gemakkelijker
Wat wordt verstaan onder een false belief task?
Een false belief task is een taak waarbij er wordt getest of kinderen zich al kunnen inleven in wat andere mensen geloven, en of ze begrijpen dat dit iets anders kan zijn dan wordt zij zelf geloven. Voorbeelden van the falls belief taak zijn de containertest in de displacement test
Welke ouderschapsstijl wordt gezien als het beste met betrekking tot de opvoeding van hun kind:
A:Autoritaire
B:Authoratieve
C: Permissieve
D:Gemengde
B: Authoratieve
Beschrijf de disciplinering s of opvoedingsstijlen die onderscheiden worden door Hofman en door Baumrind
Hofmann had het over de soorten opvoeding die je als ouder kunt toepassen. Dit zijn:
Induction: Verbaal, zorgt dat het kind nadenkt over de consequenties van het handelen
Love withdrawal: Het onthouden van liefde als het kind niet doet wat de ouder wil of verwacht
Power assertion: Het controleren van het gedrag van het kind door gebruik te maken van straf en in mindere date beloning
Hoe wordt de bias genoemd waarbij mensen met onder andere rond hoofd, groot voorhoofd en grote ogen eerlijker worden gevonden?
Babyface Bias
Wat Wordt in de sociale psychologie precies verstaan onder attributie’s?
Een evaluatie over de oorzaak van iemands gedrag (dit is observeerbaar). We zoeken de oorzaak van iemands gedrag te maken concepten van iemands persoonlijkheid
Wanneer moet een attributie toegeschreven worden aan de persoon en wanneer aan de situatie?
Om deze vraag te kunnen beantwoorde kan men zichzelf 3 vragen stellen:
Gedraagt de persoon zich regelmatig zo in deze situatie? Zo wel, dan kunnen we het gedrag aan een eigenschap toeschrijven, van zowel de persoon als de situatie. Zo nee, dan vertelt het gedrag ons weinig over de persoon of situatie.
Gedragen veel mensen zich zo in deze situatie? Zo ja, dan vertelt het gedrag iets over de situatie, zo nee dan vertelt het gedrag ons iets over de persoon.
Gedraagt de persoon zich zo in andere situaties? Zo ja, dan kunnen we het gedrag toeschrijven aan de persoonlijkheid van de persoon, zo nee, dan gaat het slechts om het gedrag van de persoon in deze specifieke situatie.