oefenvragen Flashcards
Waarom wordt bij het formuleren van de hypothese μ gebruikt als maat voor het gemiddelde en in de t-formule x̅ ?
μ wordt gebruikt als maat voor het populatiegemiddelde in de hypothese omdat je uitspraken wilt doen over de gehele populatie. In de t-formule wordt x̅ gebruikt, wat staat voor het steekproefgemiddelde, omdat je vaak slechts toegang hebt tot steekproefgegevens in plaats van de volledige populatiegegevens. De t-formule maakt schattingen over het populatiegemiddelde op basis van de beschikbare steekproefgegevens.
Beredeneer wanneer je niet de gepoolde variantie hoeft te gebruiken, maar gewoon kunt delen door de variantie
Je hebt de gepoolde variantie nodig wanneer de varianties van de twee groepen verschillen. Als de varianties vergelijkbaar zijn of wanneer je met slechts één steekproef werkt, kun je gewoon delen door de variantie zonder de gepoolde variantie te gebruiken.
Wat betekent het als de t-waarde negatief is? En hoe zou je dat kunnen voorkomen als je liever werkt met positieve getallen?
Een negatieve t-waarde geeft eenvoudig aan dat het ene gemiddelde significant lager is dan het andere. Het omdraaien van de variabelen in de vergelijking verandert de richting van de hypothese, waardoor de t-waarde positief wordt en aangeeft dat het ene gemiddelde significant hoger is dan het andere. Het is belangrijk om consistent te zijn in de rapportage en ervoor te zorgen dat de interpretatie overeenkomt met de onderzoeksvraag en de verwachtingen.
Hoe lossen non parametrische testen het probleem met verdelingen op?
Door rangorde in de data aan te brengen, dit elimineert het effect van outliers
Wat is het nadeel van een non parametrische test t.o.v. een parametrische test?
Verliezen van data over de verschillen tussen de scores. Non parametrische testen zijn minder krachtig (maar alleen bij een normaal verdeelde distributie van data!!)
Wat voor toets gebruik je hier?
Onderzoek naar het effect van een nieuwe lesmethode op de leerresultaten van leerlingen ten opzichte van de resultaten van een bestaande lesmethode.
Een onafhankelijke t-toets
Wat voor toets gebruik je hier?
Vergelijking van de prestaties van twee verschillende groepen studenten, bijvoorbeeld studenten die een traditionele lesmethode volgen en studenten die een online lesmethode volgen.
Een onafhankelijke t-toets
*De onderzoeker vindt een verschil in de toetsscores tussen kinderen uit de stad en van het platteland. Dit verschil is ook daadwerkelijk aanwezig in de realiteit (wanneer alle 12-jarige kinderen bij het onderzoek betrokken zouden worden). De onderzoeker weerlegt de nulhypothese. Mag dat?
Dit is correct
De onderzoeker vindt een verschil in de toetsscores tussen kinderen uit de stad en van het platteland. Dit verschil is er echter niet in de realiteit en bestaat dus enkel in de verzamelde data van de onderzoeker (toeval). De onderzoeker weerlegt de nulhypothese.
Mag dat?
is incorrect. Dit is een type I-fout (vals positief).
De onderzoeker vindt geen verschil in de toetsscores tussen kinderen uit de stad en van het platteland. Er is ook geen verschil in de realiteit (binnen de populatie van alle 12-jarige kinderen in Nederland). De onderzoeker bevestigt de nulhypothese. Is dat correct?
Dit is correct.
De onderzoeker vindt geen verschil in de toetsscores tussen kinderen uit de stad en van het platteland. Er is echter wel een verschil tussen de twee groepen in de realiteit. De onderzoeker bevestigt de nulhypothese
Is dat correct?
dit is incorrect. Dit is een type II-fout (vals negatief).