nog toevoegen Flashcards

1
Q

aravot

A

wilgentakken van de loelav

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

aveel

A

rouwende voor een naaste

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

avoda

A

dienst, offerdienst of gebedendienst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

beth din

A

rabbinaal gerechtshof, bestaande uit 3 rabbinaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

bracha

A

lofzegging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

bikoen choliem

A

ziekenbezoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Brit mila

A

verbond van besnijdenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

chalitsa

A

speciale schoen uittreken om een weduwe te vrijwaren van een huwelijk met haar zwager

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Chevra kadiesja

A

heilige vereniging voor het verrichten van religieuze taken bijvoorbeeld begraven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

choemasj

A

5 boeken van mozes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

drasja

A

preek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

etrog

A

citrusvrucht van de loelav

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

gemiloet chasadiem

A

het verrichten van gewelddadigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hadasjiem

A

mirretakken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hakafor

A

synagogale ommegangen, zoals loelav met soekot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hespeed

A

rouwende

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

jaartijd

A

jaarlijkse herdenking van de sterfdag van famillielid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

jizkor

A

herdenkingsdienst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

kabbala

A

ontvangst, joodse mystiek

19
Q

kavana

A

aandacht, concentratie bij het gebed

20
Q

kehila

A

georganiseerde joodse gemeenschap

21
Q

ketoeviem

A

derde deel van de tenach

22
Q

kria

A

scheuring in kleding bij het vernemen van de dood van een naaste verwant

23
Q

lajenen

A

op melodie lezen van een bijbeltekst in de synagoge

24
Q

lawaje

A

begelijding van de dode naar de begraafplaats

25
Q

lecha dohi

A

kom mijn vriend, beginwoorden van een leid ter verwelkoming van de sjabbart op vrijdagavond

26
Q

levie

A

dienaar van de koheen, bezit eveneens enkele priveleges in de synagoge

27
Q

machzor

A

gebedenboek voor joodse feestdsagen

28
Q

mamzeer

A

kind uit een niet toegestane relatie

29
Q

mappa

A

wikkel om de torarol

30
Q

mediene

A

hebreeuws voor staat of provincie

31
Q

megila

A

rol, met het bijbelboek ester voor poeriem

32
Q

meil

A

mantel om de torarol

33
Q

minnich of pavre

A

voedsel van niet melk of vleeskost

34
Q

mi-sjeberach

A

hij die gezegend heeft, gebed om zegen voor een indicidu of gemeensha nadat iemand is opgeroepen voor de tora of na de toralezing.

35
Q

mizrach

A

oosten, dmv bord de richting van jerusalem aanwijzend

36
Q

moesaf

A

toevoeging aan het ochtendgebed op sjabbat en feestdagen

37
Q

neila

A

slotgebed voor jom kipoer

38
Q

neviiem

A

tweede deel van de tenach

39
Q

rimoniem

A

granaatappels, versieringstorens op de torarol

40
Q

sidoer

A

ordening van de gebeden, gebedenboek

41
Q

sjaatneez

A

ongeoorloofd mengsel van wol en linnen in kleding

42
Q

sjachina

A

goddelijke aanwezigheid

43
Q

sjeva brachot

A

7 lofzegingen bij een bruiloft en de maaltijd enrna

44
Q

sjiva

A

rouwperioude van 7 dagen na de dood van een verwant.