Niveau 3/ -de woorden Flashcards
1
Q
de weduwnaar (s)
A
de weduwe (n)
2
Q
de aktetas
A
Evrak para çantası
3
Q
de belasting
A
Vergi
4
Q
de betaalpas
A
de bankkaart
5
Q
de cash
A
Contant
6
Q
de ervaring
A
Deneyim
7
Q
de flauwekul
A
de onzin
8
Q
de geldautomaat
A
ATM
9
Q
de glimlach
A
Gülümseme
10
Q
de leider
A
de baas
11
Q
de nonsens
A
de onzin
12
Q
de overschrijving
A
transfer
13
Q
de safe
A
de kluis
Kasa
14
Q
de strategie
A
het plan
15
Q
de term
A
het woord
het begrip
16
Q
de expeditie
A
keşif gezisi
17
Q
de beweging
A
hareket
18
Q
de maatschappij
A
Toplum
19
Q
de schade
A
Hasar zarar
20
Q
de schuld
A
Borç
Hata
21
Q
de verzekering
A
sigorta
22
Q
de clown
A
Palyaço