Brainscape's Knowledge GenomeTM

Browse over 1 million classes created by top students, professors, publishers, and experts.


See full index

Nederlands Woorden > Niveau 2 > Flashcards

Niveau 2 Flashcards

1
Q

de wenkbrauwen

A

Kaslar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De wimpers

A

Kirpikler

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De wang

A

Yanak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De tong

A

Dil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De kin

A

Cene

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De schouders

A

Omuzlar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De elleboog

A

Dirsek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De baard

A

Sakal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De snor

A

Biyik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Ik heb vermoeidheid

A

Yorgunum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Steil- sluik haar

A

Duz sac

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De vlecht haar

A

Orgu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Paardenstaart

A

At kuyrugu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Eigenlijk

A

Aslinda, gercekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Gauw

A

Yakinda

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Klaarmaken

A

Hazirlan(n)mak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Ontspannen zich

A

Rahatlamak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Voorbereiden zich

A

Hazirla(n)mak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Schamen zich

A

Utanmak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

De concurrentie

A

Rekabet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

De herstructurering

A

Yeniden yapilanma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

De invloed

A

Etki

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

De lening

A

Kredi-borc

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Het loon

A

Het salaris

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Jongste

A

En son

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Voorlopig

A

Su an icin
Gecici sureyle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Zopas

A

Su anda

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Vooral

A

Ozellikle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Verdienen

A

Kazanmak Hak etmek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Vriezen

A

Gevroren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Braaf

A

stout
Een brave jongen
Een stoute jongen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Bezorgd

A

Endiseli

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

In slaap vallen

A

Je bent even in slaap gevallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

In orde komen

A

Alles komt wel weer in orde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Koffie zetten

A

Zal ik koffie zetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Volledig

A

Tamamen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Behalve

A

Disinda

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Daarbij

A

Verder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Openhouden

A

Dichtdoen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Voorbij

A

Gecmis, gecen
.. tot de hoest voorbij is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

In elk geval

A

Her durumda

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

De kinderbijslag

A

Cocuk parasi

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

De reden

A

Nedeni

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

De steun

A

Destek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

De zekerheid

46
Q

Mogelijk

47
Q

De vergrijzing

48
Q

Noodzakelijk

49
Q

Uitgebreid

50
Q

Verplicht

51
Q

Zich zelf

52
Q

Afstaan

53
Q

Voor een deel

54
Q

De winst

A

Kar, kazanc

55
Q

Uit elkaar

A

We zijn uit elkaar

56
Q

Uit het oog verliezen

A

We hebben mekaar een beetje uit het oog verloren

57
Q

De miserie

A

Wat een miserie!

58
Q

de toestand

A

Wat een toestand!

59
Q

Gemeen

60
Q

Proper

61
Q

Zo snel mogelijk

62
Q

Vrezen

63
Q

Levendig

64
Q

De knoop

65
Q

De laarzen

66
Q

De ramp

67
Q

De spiegel

68
Q

Het gat

69
Q

Het vest

70
Q

Eenvoudig

71
Q

Binnenkort

72
Q

Bijzonder

73
Q

De kaars

74
Q

De jeugd

75
Q

Het verdriet

A

Huzun
Ik ben verdrietig

76
Q

In de wolken zijn

A

Ik ben in de wolken

77
Q

Tegenwoordig

78
Q

Verschillende

A

Meer dan een

79
Q

Het geduld

80
Q

De kraan

81
Q

Namelijk

A

Yani, soyleki

82
Q

Weleens

83
Q

Zowat

84
Q

Nieuwsgierig

85
Q

Tenminste

A

En azindan

86
Q

Vlakbij

87
Q

Bijzonder

88
Q

De omroep

A

Yayinci
Yayinci kurulus
Yayin

89
Q

Openbaar

A

Halka acik- kamu

90
Q

Enzovoort

A

Ve benzeri

91
Q

Eerder

92
Q

Op een bepaald moment

A

Belli bir anda, belirli bir noktadan sonra

93
Q

Niet voor mogelijk houden

A

Hayal bile edilemez

94
Q

Complete onzin

A

Tamamen sacmalik

95
Q

In orde brengen

96
Q

Ik heb het naar mijn zin

A

Iyi vakit gecirme

97
Q

Met een half oor meeluisteren

A

Yarim kulakla dinlemek

98
Q

Scheuren

99
Q

Regelen

A

Duzenlemek
Koordine etmek

100
Q

De voorrang

A

Oncelik (hakki)

101
Q

Het verhaal

102
Q

De verklaring

103
Q

Bovendien

104
Q

Raar

105
Q

Soepel

106
Q

Tot nog toe

A

Tot op dit moment
Simdiye kadar

107
Q

Ik zou het niet weten

A

Ik heb geen idee.
Bilemem

108
Q

Te maken hebben met…

A

Ile ugrasmak zorunda kalmak

109
Q

Dat gaat zomaar niet

A

Bu Ise yaramiyor
Zomaar: nedensiz

110
Q

Plaatselijk

111
Q

Volks

Nederlands Woorden (6 decks)

Brainscape helps you reach your goals faster, through stronger study habits.
© 2025 Bold Learning Solutions. Terms and Conditions