Nierfunctie Flashcards
Nierfuncties?
Nierfuncties -> filtratie (excretie van afvalstoffen), regelen van water- en zoutbalans en afgifte hormonen
Welke drukken voor filtratie?
Voor filtratie zijn de hydrostatische druk en de colloïd osmotische kapseldruk
Filtratie van de nier door diameter van de porie en door ladingmolecuul (Glycocalyx)
Creatineklaring?
De creatineklaring is het volume bloedserum dat door de nieren per minuut wordt ontdaan door het lichaam geproduceerde stof creatine
Formule creatineklaring?
Ck = (Uk x V)/ Pk
- Uk = creatinineconcentratie in de urine in mg/L
- Pk = creatinineconcentratie in het plasma in mg/L
- V = urineinstroom in ml/min
Osmolariteit?
Osmolariteit is de concentratie actieve stoffen in een oplossing (osmol per liter)
Osmolaliteit?
Osmolaliteit wordt bepaald per kg vrij water
Welke twee soorten nefronen zijn er?
Twee soorten nefronen -> corticale nefroon (glomerulus hoog in de cortex en lus van Henle gaat maar in een klein beetje de medulla in) en juxtramedullaire nefroon (glomerulus ligt op scheidvlak van cortex en medulla en lus van Henle gaat diep in de medulla)
Waarvoor is de juxtramedullaire nefron belangrijk?
Juxtramedullaire nefron is belangrijk voor het genereren van een zoutgradiënt in de medulla
Wat gebeurd er als er veel ADH in de bloedbaan is?
Veel ADH via bloedbaan bij de nier dan: waterkanalen open, veel re-absorptie -> urine sterk geconcentreerd