Nederlandse spreekwoorden Flashcards

1
Q

naast zijn schoenen lopen

A

Het spreekwoord ‘naast zijn schoenen lopen’ betekent dat iemand verwaand is, zich trots gedraagt. Hij heeft, naar zijn idee, als het ware geen schoeisel nodig, zoals andere ‘gewone’ mensen.

Voorbeeld: Hij loopt naast zijn schoenen van trots.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

iemand iets op de mouw spelden

A

Iemand wijs maken.

Voorbeeld: Die kerel probeert u iets op de mouw te spelden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

eten wat de pot schaft

A

eten wat op tafel komt.

Voorbeeld: Ik eet wat de pot schaft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

de een z’n dood is een ander z’n brood

A

Wat voor de één een nadeel is, daar profiteert een ander van.

Voorbeeld: de een z’n dood is een ander z’n brood, nu kan jij het overnemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Rond de pot draaien

A

eromheen draaien

Voorbeeld: Veel voordelen die aan superfoods worden toegeschreven, zijn niet erkend. De webshop van Tarwegraskoning staat dan ook vol disclaimers en tekst die rond de pot draait.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Achter de wolken schijnt de zon

A

Er komt altijd weer een betere tijd.

Surah sharah

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

belofte maakt schuld

A

wat je beloofd moet je doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

jong geleerd, oud gedaan

A

wat je in je jeugd leert kan later van nut zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De appel valt niet ver van de boom

A

Het gedrag van kinderen lijkt vaak op dat van die ouders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

elkaar in de haren vliegen

A

ruzie maken

Voorbeeld: Papa en mama vliegen elkaar in de haren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

de wind van voren krijgen

A

flink de waarheid te horen krijgen

Voorbeeldzin:

Het spreekwoord stamt uit de zeevaart. Wanneer een zeilschip de wind van voren krijgt, zal deze tot stilstand gebracht worden. Wanneer een persoon de wind van voren krijgt, zal hij stilstaan bij zijn daden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

rozengeur en maneschijn

A

Totaal geluk.

Voorbeeld: Niet alles in leven, is rozengeur en maneschijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

brood op de plank hebben

A

Voldoende inkomen hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Een kat komt altijd weer op de poten terecht

A

Uiteindelijk komt alles toch weer in orde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Met vuur spelen

A

Gevaarlijk te werk gaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Tijd is geld

A

Iets dat veel tijd kost, kost ook meer geld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Het oog is groter dan de maag

A

Meer op je bord scheppen dan je kan opeten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Beter een goede buur dan een verre vriend

A

Je hebt meer aan iemand in de buurt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Als het kalf verdronken is, dempt men de put.

A

Als het al kwaad geschiedt is, neemt men pas maatregelen.

20
Q

Nog nat achter de oren zijn.

A

Nog onervaren zijn.

Voorbeeldzin: Hij praat nu al over huwelijk, terwijl hij nog nat achter de oren is met copulatie.

21
Q

Het wordt groen en geel voor de ogen

A

Duizelig of misselijk worden.

Voorbeeldzin: Het werd hem groen en geel voor de ogen.

22
Q

Met de hoed in de hand komt men door het ganse land.

A

Vriendelijk mensen bereiken meer dan onaardige en onbeleefde mensen.

Voorbeeldzin: Met de hoed in de hand komt men door gans het land, en dat wordt dan nog maar eens bewezen als de heer Mahboeb vier bijzonder vreemde geschiedenissen begint op te dissen waarvan het vierde zowaar een primeur is.

23
Q

Het roer stevig in handen hebben.

A

weten waar je bezig bent.

Voorbeeldzin: Het is belangrijk om het roer in handen te hebben. Wanneer men bezig is met koken.

24
Q

Iemand de oren afzagen

A

Steeds blijven aandringen.

Voorbeeldzin: Probeer jij mijn oren af te zagen met jouw verzoek?!

25
Q

Handwerk heeft een gouden bodem.

A

Als je een goed vakman bent kun je altijd werk vinden.

Voorbeeldzin: Handwerk heeft een gouden bodem. Het komt wel goed met jou.

26
Q

Een sloddervos zijn.

A

Een slordig iemand zijn.

Voorbeeldzin: Je bent een slordervos, ga je troep opruimen!!

27
Q

In hart en nieren

A

Vanuit volle overtuiging

Voobeeldzin: In hart en nieren ben ik een Khabib fan.

28
Q

Wie het laatst lacht, lacht het best

A

Degene die aan het einde het beste uit de strijd komt is daadwerkelijke winnaar.

29
Q

kraaien en duiven vliegen nooit samen.

A

Vriendschap tussen twee maatschappelijke ongelijke personen is bijna niet mogelijk.

30
Q

Het fortuin lacht hem/haar toe.

A

Het zit hem erg mee

31
Q

de hond in de pot vinden.

A

te laat zijn voor het eten.

32
Q

Geen erger venijn dan kwade tongen.

A

Er is niets zo erg als dat men kwaad van je spreekt.

33
Q

De wolf ruilt wel van baard, maar niet van aard.

A

Iemands karakter verandert nooit.

34
Q

Een slecht figuurt slaan

A

Een slecht indruk maken

35
Q

Het groeit niet sneller door aan sprietjes te trekken

A

Soms moet je gewoon geduld hebben

36
Q

Iets aan de man helpen

A

Iets verkopen

37
Q

Er komt licht in de duisternis

A

Er komt een oplossing

38
Q

Groene krieken worden rood, kleine kinders worden groot.

A

Alle dingen kunnen veranderen.

39
Q

Uit de doppen kijken

A

Goed opletten

40
Q

Ieder huisje heeft zijn eigen kruisje

A

elk gezin heeft zijn eigen zorgen en problemen.

41
Q

liefde maakt blind

A

Verliefd zijn en de slechte dingen van de partner niet zien.

42
Q

Iemand op stang jagen

A

Iemand expres kwaad maken.

43
Q

Een speld in de hooiberg zoeken

A

Iets onmogelijks proberen.

44
Q

water bij de wijn doen

A

Een compromis proberen te sluiten.

Voorbeeldzin: Na een woede-aanval van de ziekenhuisbeheerder deed de verpleegster water bij de wijn: na zijn woede-uitbarsting matigde de verpleegster haar eisen.

45
Q

zich uit de voeten maken

A

maken dat men wegkomt.

Voorbeeldzin: Ze maakt zich uit de voeten.