Nederlands_Literaire theorie Flashcards
ab ovo
normale chronologische volgorde, beginnen bij het begin
in medias res
verteller begint ergens midden in het verhaal en vertelt daarna de voorgeschiedenis
post rem
verteller begint met het einde en vertelt daarna wat daaraan vooraf ging
fabel
het verhaal in logische en chronologische samenhang, dus de volgorde zoals ze hebben plaatsgevonden
sujet
de manier waarop de fabel (de gebeurtenissen) in de tekst is weergeven, vaak niet chronologisch
eenvoudige titels
slaan op personages, handeling, tijdsduur of perspectief
dubbelzinnige of figuurlijke titels
vaak pas te begrijpen als je het boek goed gelezen hebt
voorwerk
alles wat vooraf gaat aan het eerste hoofdstuk. De titel en het motto zijn belangrijk en hebben een wegwijzerfunctie bij de analyse van het verhaal of roman
nawerk
alles wat na de eigenlijke tekst komt. Meestal voor commerciële doelen opgenomen in het boek. Soms een dankwoord of een verantwoording door de auteur
dubbelroman
een roman met twee duidelijke thema’s, het ene thema is niet ondergeschikt aan het andere
ingelast verhaal
een verhaal binnen de roman, maar het ingelaste verhaal is kort. Dat ingelaste verhaal kan een eigen thema hebben
kader- of raamvertelling
de roman bestaat voor een groot gedeelte uit een ingelast verhaal of ingelaste verhalen en de roman dient alleen maar om het geheel bij elkaar te houden
handeling, plot of intrige
de gebeurtenissen in een verhaal
onderwerp
in één of enkele woorden waar het boek over gaat
idee
de bedoeling van de roman (volgens de auteur), meestal weten we dit niet