💙nederlands: denotatie enzo Flashcards
1
Q
hoe noem je de objectieve betekenis
A
denotatie
2
Q
hoe noem je het als het gevoelens oproept
A
connotatie
3
Q
hoe noem je een overdrijving
A
hyperbool
4
Q
hoe noem je het zwakkere
A
understatement
5
Q
poetsvrouw
A
interieurhygiëniste
6
Q
slecht weer
A
hondenweer
7
Q
begrafenis
A
teraardebestelling
8
Q
garagist
A
auto-expert
9
Q
zolder
A
rommelzolder
10
Q
bedriegen
A
creatief omspringen met
11
Q
blind
A
visuele beperking
12
Q
inbreker
A
ongewenst bezoek
13
Q
wat is een verzachtende uitdrukking
A
eufemisme
14
Q
wat is een woord dat het erger maakt
A
dysfemisme
15
Q
wat is een woord hoe dat het is
A
neutrale connotatie