Aarbeving en Tsunami pg 4-12 Flashcards

1
Q

Aarbevingen vinden plaats in de buurt van…

A

breuklijnen in de aardkorst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Aardbevingen ontstaan door…

A

het verschuiven van aardplaten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De kracht wordt uitgedrukt volgens…

A

de schaal van Richter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Aardbevingen veranderen het landschap door…

A

de schade die ze aanrichten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De ligging van de continenten verandert door…

A

de beweging van de aardplaten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Gebergten kunnen ontstaan waar aardplaten…

A

naar elkaar toe bewegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De veranderingen gebeuren…

A

traag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

In een dichtbevolkte regio is het risico op schade en slachtoffers bij een aardb. …

A

groter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bij een lagere HDI is de schade na een aardb. …

A

groter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Een tsunami kan ontstaan bij…

A

een aardbeving in de zeebodem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

een tsunami veranderd…

A

het landschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De veranderingen in het landschap gebeuren…

A

snel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly