natuurwetenschappen T1 H4 Flashcards

natuurwetenschappen

1
Q

zaadblaasjes functie

A

produceren zaadvocht dat als eerst wordt toegevoegd aan de zaadcellen, beschermt zaadcel van zure milieu van vagina

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

zaadleider functie

A

voeren zaadcellen af uit de bijballen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

zwellichamen functie

A

brengt de penis in erectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

urogenitale buis functie

A

vervoert ofwel sperma ofwel urine naar buiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

penis functie

A

kan in erectie sperma in de vagina brengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

eikel functie

A

opvangen van seksuele prikkels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

voorhuid functie

A

beschermt de eikel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

teelballen functie

A

produceren zaadcellen en testoseron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

balzak functie

A

beschermt de teelballen en regelt ideale temperatuur voor zaadproductie (= 35°c)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

bijballen functie

A

rijpen van zaadcellen en zorgen voor tijdelijke opslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

prostaatklier functie

A

produceert zaadvocht en regelt de doorgang van urine/sperma door de urinebuis en levert energie aan de zaadcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

klieren van cowper functie

A

produceren voorvocht, die de urinebuis minder zuur en dus spermavriendelijk maakt, natuurlijk glijmiddel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

uit wat bestaat sperma

A

zaadcellen + zaadvloeistof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

welke kleur sperma

A

melkachtig wit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

balzak ander woord

A

scrotum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

functie kop van een zaadcel

A

bevat DNA van de man

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

functie hals van een zaadcel

A

levert energie

18
Q

functie staart van een zaadcel

A

zorgt voor de voortbeweging

19
Q

afmetingen zaadcel

A

kop = 0,005 mm bij 0,003 mm en zweepstaartje = 0,05 mm (kleinste cel)

20
Q

wat is zaadlozing

A

(ejaculatie) zaadcellen worden via zaadleiders afgevoerd

20
Q

wat is erectie

A

wanneer zwellichamen vullen met bloed

21
Q

clitorius functie

A

opvangen van seksuele prikkels

22
Q

buitenste en binnenste schaamlippen functie

A

beschermen van de gesclachtsopening

23
Q

geslachtsopening functie

A

ingang van vagina

24
eitrechter functie
vangen een rijpe eicel op bij de eisprong
25
vagina (schede) functie
produceert vaginaal vocht, zorgt voor afvoer van menstruatiebloed en vangt sperma op bij geslachtsgemeenschap
26
baarmoeder (uterus) functie
nestelt de bevruchte eicel in het baarmoederslijmvlies en laat het ontwikkelen tot een baby die door spiersamentrekkingen (weeën) wordt geboren
27
eileiders functie
vervoeren de eicel richting de baarmoeder en hier vindt de bevruchting plaats
28
eierstokken (ovaria) functie
rijpen van eicellen en produceren oestrogenen en progesteron
28
baarmoederhals functie
sluit de baarmoeder af en opent enkel bij bevallingen
29
maagdenvlies
vormt grens tussen in- en uitwendige geslachtsorganen
29
afmetingen eicel
0,2 mm diameter (grootste eicel)
30
beweging eicel
spietrjes en trilharen bewegen richting baarmoeder
31
levensduur eicel
12 tot 24 uur
32
eicelrijping wat
een eicel rijpt in follikel
33
eisprong wat
ovulatie ; rijpe eicel vrij uit eierstok en wordt opgevangen door een eitrechter
34
menstruatie wat
overtollig baarmoederslijm vlies brokkelt af
34
bevruchting wat
zaadcel- en zaadcelkern versmelten met elkaar in de eileider de cel is een zygote
34
afdaling eicel
trilharen + spieren in eileider bewegen de eicel t-richting baarmoeder
35
innestelling
zygote nestelt zich in de baarmoederslijmvlies
36
beweging zaadcel
zwemmen 3mm/min
37
levensduur zaadcel
3 tot 4 dagen