geschiedenis les 15 en 16 Flashcards

geschiedenis

1
Q

ontstaan van rome wanneer

A

1000 v.C. tot 753 v.C

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

koninkrijk wanneer

A

753 v.C. tot 509 v.C.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

mytische stichting wanneer

A

753 v.C. tot 509 v.C.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

republiek wanneer

A

509 v.C. tot 27 v.C.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

keizerrijk wanneer

A

27 v.C. tot 476

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

oorlog en vrede

A

de geschiedenis wordt gekenmerkt door afwisseling van oorlog en vrede

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

republiek

A

zaak van het volk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

patriciërs

A

een lid van de oudste, voorstaande Romeinse families grootgrondbezitters; familiehoofden zetelen in de senaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waarom einde aan koninkrijk

A

koningen krijgen te veel macht en ze houden geen rekening met senaat en volksvergadering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

senaat zijn taak in het koninkrijk

A

= familiehoofden
geeft raad aan de koning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wie aan de hoofd van koninkrijk en wat doet die

A

koning (levenslang)
= opperpriester
= opperrechter
= opperbevelhebber

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat gebeurt er met de laatste koning

A

die wordt verjaagd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

volksvergadering taak in het koninkrijk

A

= alle mannelijke patriciërs
kiest de koning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

senaat in de republiek

A
  • veiligheid van de senaat
  • buitenlandse contacten
  • eredienst (godsdienst)
  • geldzaken
  • openbare werken
  • vetorecht
    = geven raad aan de consuls
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoofd van republiek en taak

A

2 consuls (één jaar) en pontifex maximus
consuls = opperrechter en opperbevelhebber
pontifex maximus = opperpriester

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is vetorecht

A

kan beslissingen van de volksvergadering ongedaan maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

volksvergadering in republiek

A

-stemt over wetsvoorstellen
- beslist over oorlog en vrede
= kiezen de consuls

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

welke instelling heeft de meeste macht en waarom

A

de senaat =
-levenslang aan de macht
- beheren de financiën
- ze kunnen beslissingen van de volksvergadering afkeuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hoelang vochten de plebejers voor gelijke rechten

A

208 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

welke nieuwe instelling zijn er gekomen door de pleberjers

A

quaestor, censor, preator, aedilis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

queastor

A

beheerder van financiën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

wanneer startte de plebejers met vechten om gelijke rechten

A

500 v.C.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

preator

A

rechter en generaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

censor

A

belangerijke magistraat die o.a. lijsten van de burgers osptelt met vermeldingen van hun vermogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
aedilis
hoofd van politie, openbare gezondheidzorg of de openbare spelen
22
wat is het eerste probleem
te weinig soldaten en te weinig geld
23
oplossing te weinig soldaten en te weinig geld
plebejers moeten naar het leger en ze moeten belastingen betalen
24
eis plebejers te weinig soldaten en te weinig geld
politieke macht
25
toegeving patriciërs te weinig soldaten en te weinig geld
ze mogen deelnemen aan de volksvergadering
26
tweede probleem
niemand om hun veld te bewerken
27
patriciërs niemand om hun veld te bewerken
luisteren niet naar plebejers
28
eis plebejers niemand om hun veld te bewerken
meer inspraak in de politiek
29
gevolg niemand om hun veld te bewerken
plebejers weigeren om te vechten
30
volkstribuun
verdedigt de rechten van de plebejers in de volksvergadering en kan beslissingen van de andere instellingen tegenhouden
30
toegeving patriciërs
volkstribuun
31
nobiles
patriciërs en rijke plebejers
32
proletariërs
arme plebejers
33
wie krijgt er burgeroorlogen
de nobiles en proletariërs
34
wanneer verovert Rome Italië
343 v.C. tot 272 v.C.
35
wanneer 2e punsiche oorlog
218 tot 201 v.C.
36
wanneer 1e punsiche oorlog
264 tot 241 v.C.
37
wanneer 3e punische oorlog
149 tot 146 v.C.
38
burgerrechten
recht en voorbehouden aan de burgers
39
rijk
een staat ; met bevolking, grondgebied en politieke organisatie
40
latium
een regio in het midden van Italie met als hoofdstad Rome; in het gebied woonde de latijnen
41
etrusken
een hoog ontwikkelt volk dat leefde in het Noorden van Italië in 280 v.C. worden de Etruskische steden definitief verslagen door de Romeinen
42
punische oorligen
oorlogen tussen Rome en Carthago
43
heerbaan of heirbaan
stevig aangelegde stenen weg die de meeste delen van het Romeinse rijk met elkaar verbonden soldaten maken hier bv gebruik van
44
pyrrusoverwing
een overwinning dat zoveel inspanning heeft gekost dat ze neerkomt op een nederlaag
45
hoe wordt Rome een meester over Italie
- Rome verovert Latium 340 v.C. - rome verovert de rest Midden-Italie 290 v.C. - Rome verovert de griekse kolonies in Zuid-italie - rome regeert ongeveer 270 v.C. over heel italie ten zuiden van de po
46
wat is de mythe hoe de middellandse zee de romeinse zee wordt
feniciërs stichten Carthago in 814 v.C. (groeit uit tot een machtig handelsland) Rome en Carthago voeren de 3 punische oorlogen. rome wint en wordt de grootste militaire en economische macht in het middellandse zee
47
hoe 1e punsiche oorlog
rome verweft eerste gebied buiten italie = sicilie
48
2e punsiche oorlog
de carthaagse generaal Hannibal maakt het rome moeilijk rome wint met hulp van bondgenoten in midden-italie (pyrrusoverwing) ze gebruikte olifanten
49
3e punsiche oorlog
Carthago wordt verwoest en wordt een Romeinse provincie 'africa'
50
wat is een provincia
verovert gebied buiten italie Rome bedenkt hiervoor een strategie (dividi et impera)
51
verdeel
verschillende gebieden krijgen een behandeling: verschillende vrijheden en rechten
52
heers
- alleen trouwe steden worden beloond met vrijheden en rechten - getraind leger - uitgebreid net voor heerbanen: positief voor leger en handel
53
romeinse recht
politiek en privaat
54
politiek
recht om te kiezen en recht om verkozen te worden
55
privaat
eigendomsrecht en huwelijksrechr