natuur w. vagina Flashcards
1
Q
celonderdelen:
A
1: de kern
2: eicelplasma
3: bevruchtingsmemebraan
2
Q
functie eierstokken:
A
vanaf de puberteit rijpt er elke maand een iecel in een van de twee eierstokken
3
Q
functie eitrechter:
A
waneer de eicel rijpt komt ze vrij uit de eierstok (ovulatie of eisprong) de trechter vangt ze op.
4
Q
functie eileider
A
vervoert de eicel tot bij de baarmoeder
5
Q
functie baarmoeder:
A
(binnenin bedekt met baarmoederslijm vlies) indien de eicel bervucht is bereikt ze de baarmoeder na 3-5. Niet bevrucht dan lost ze 2’u na de ovulatie op.
6
Q
functie vagina:
A
via de vagina staat de baarmoeder in verbinding met de geslachts opening
7
Q
functie baarmoederhals:
A
versmalling onderaan de baarmoeder
8
Q
grote en kleine schaamlippen
A
beschermen de geslachts opening
9
Q
clitoris
A
klein gevoelig orgaantje
