Naamwoorden Flashcards
Aandacht, de
De jongste zoon krijgt weinig aandacht van zijn ouders.
Hij besteedt aandacht aan zijn gezin.
Внимание
Achtergrond, de
Binnen de familie kent iedereen de achtergrond van mijn problemen.
Hij heeft een katholieke achtergrond.
1) Реальная причина, основа
2) Бэкграунд
Afstand, de
Ik houd niet van huisdieren. Ik houd ze het liefst op afstand.
Расстояние
Angst, de
Ik heb zo´n angst voor honden.
Страх
Basis, de
Ruzie is een slechte basis voor een onderhandeling.
Op basis van het diagram kun je zeggen dat…
Основа, основание
согласно, на основании…
Behoefte, de
behoefte hebben aan
Ik heb behoefte aan een pauze.
Een smartphone voorziet in de behoefte om altijd internet te hebben.
Потребность
Belang, het
Het is niet van belang of u student bent of niet.
Het is in het belang van de studenten dat ze extra vakken kunnen kiezen.
Интерес, важность
(не) важно
В интересах
Beleid, het
Het beleid van de overheid is dat buitenlanders zo snel mogelijk Nederlands leren.
Политика
Beperking, de
Kan iedereen meedoen aan de cursus? Nee, er is een beperking van vijftien studenten.
Ограничение
Bericht, het
Сообщение
Bezitter, de
Bij ons in de straat wonen veel autobezitters. Sommige bezitten zelfs twee auto´s.
Собственник, держатель
Bezit, het
Kun je straf krijgen voor het bezit van drugs?
Владение, собственность
Deel, het
Een klein deel van deze groep gebruikt internet nooit.
Часть
Doel, het
Het doel van deze opdracht is dat je woorden leert.
Цель
Ervaring, de
Ons bedrijf heeft veel ervaring in het maken van kasten
Onze ervaring is dat je beter in augustus op vakantie kunt gaan.
Опыт, знание
Factor, de
Motivatie en plezier zijn belangrijke factoren voor succes.
Фактор
Feit, het
Je zegt dat dat onzin is, maar het is gewoon een feit.
In feite woon ze in Rotterdam
Факт
Фактически
Gebrek, het
Er is in dit land een gebrek aan water.
De nieuw auto bleek allerlei gebreken te hebben.
Недостаток (чего-либо)
Gedrag, het
Je gedrag tegenover klanten moet echt vriendelijk worden.
Поведение
Geheim, het
Секрет, тайна
Gevoel, het
Чувство
Gewoonte, de
Привычка
Gezag, het
Ik ben bang dat mijn gezag niet zo groot is.
Власть
Grens, de
Ik vind het soms moeilijk om grenzen te stellen op mijn werk.
Граница