Bijvoeglijk Naamwoorden

Question 1

Aangenaam

Answer 1

Приятный
Приятно

Question 2

Aantrekkelijk

Answer 2

Привлекательный
Привлекательно, заманчиво

Question 3

Aanzienlijk

De prijs van benzine is in Luxemburg aanzienlijk lager dan in Nederland.

Answer 3

Значительный, крупный
Значительно

Question 4

Afhankelijk van

Answer 4

Зависимый от

Question 5

Alleenstaand

Answer 5

Одинокий, единичный, отдельный

Question 6

Angstig
Bang

…bang zijn voor iets / iemand…

Answer 6

Боязливый, пугливый

Question 7

Besmettelijk

Als u kind een besmettelijke ziekte heeft, mag u hem of haar niet naar crèche brengen.

Answer 7

Заразный, инфекционный

Question 8

Bazig

Ferry doet altijd zo bazig tegen zijn vrouw.

Answer 8

Властный, повелительный

Question 9

Bewust / onbewust

Ik wilde naar de sportclub fietsen maar onbewust nam ik de route naar mijn werk

Answer 9

Осознанный, сознательный /
бессознательно, неосознанно

Question 10

Bitter

Answer 10

Горький

Question 11

Blij

Answer 11

Веселый, радостный

Question 12

Behoorlijk

Dat is behoorlijk duur.

Answer 12

Приличный, достаточный
Прилично, значительно

Question 13

Bescheiden

Deze vakantiehuizen zijn ook beschikbaar voor de mensen met bescheiden inkomen.

Nina is niet altijd bescheiden.

Answer 13

Скромный, застенчивый

Question 14

Bot

Answer 14

Недружелюбный, грубый

Question 15

Chagrijnig

Answer 15

Сердитый

Question 16

Degelijk /
Wel degelijk

Answer 16

Основательный, прочный, солидный /
Действительно, реально

Question 17

Deprimerend

Answer 17

Удручающий

Question 18

Eenzaam

Answer 18

Одинокий, уединенный

Question 19

Enig

1. Op de website vindt u enige foto’s van het appartement.
2. Wij waren de enige gasten in het hotel.

Answer 19

1. Несколько, пара
2. Единственный, уникальный

Question 20

Enkel

1. Ze zei dat ze me zou helpen maar dat heeft ze geen enkele keer gedaan.
2. Ik ben enkele keren in Parijs geweest.

Answer 20

1. Один, единичный
2. Немногие, несколько

Question 21

Flauw

Answer 21

1. Вялый, неинтересный (человек)
2. Пресный (еда)
3. Избитый, банальный

Question 22

Flink

Answer 22

Смелый, отважный, энергичный
Крупный

Question 23

Fraai

Answer 23

Красивый, изящный

Question 24

Geheel

Answer 24

Целый, весь, полностью
Всецело, вполне

Question 25

Geleidelijk

Answer 25

Постепенный, последовательный Постепенно

Question 26

Geliefd

Answer 26

Любимый, излюбленный

Question 27

Gelukkig

Answer 27

Счастливый, удачный

Question 28

Gemiddeld

Answer 28

Средний В среднем

Question 29

Gering

Answer 29

Малый, незначительный, ничтожный

Question 30

Grappig

Answer 30

Шутливый, забавный

Question 31

Gunstig

Answer 31

Доброжелательный Благоприятный

Question 32

Hard

Answer 32

Твердый, крепкий, жесткий

Question 33

Hevig

Answer 33

Сильный, бурный, резкий

Question 34

Inschikkelijk Haar Frans sprekende persoonlijkheid ziet ze als harder en agressiever dan haar flexibele en inschikkelijke Amerikaanse zelf.

Answer 34

Уступчивый, сговорчивый

Question 35

Inspirerend

Answer 35

Вдохновляющий

Question 36

Jaloers

Answer 36

Ревнивый Завистливый

Question 37

Juist

Answer 37

Правильный, верный, точный Справедливый Точно, именно

Question 38

Knap Ze is een mooie vrouw. Ik vind haar erg knap. Ik vind het knap als mensen in natuurkunde goed zijn.

Answer 38

Чистый, опрятный Миловидный, милый Смышленый, толковый

Question 39

Kortzichtig

Answer 39

Близорукий Недальновидный

Question 40

Kwaad

Answer 40

Злой Сердитый

Question 41

Lastig

Answer 41

Трудно, затруднительно Трудный

Question 42

Matig

Answer 42

Умеренный Воздержанный

Question 43

Nadrukkelijk Onze docent heeft nadrukkelijk gezegd dat we niet alle woorden moeten opzoeken.

Answer 43

Настойчиво Категорически

Question 44

Neerslachtig

Answer 44

Удрученный Подавленный Унылый

Question 45

Nerveus

Answer 45

Нервный

Question 46

Nuchter

Answer 46

Трезвый, здравомыслящий Трезво, здраво

Question 47

Nuttig

Answer 47

Полезный, выгодный Полезно, выгодно

Question 48

Gunstig

Answer 48

Благоприятный

Question 49

Objectief

Answer 49

Объективный

Question 50

Onaangenaam Ik vind het hier onaangenaam koud.

Answer 50

Неприятный, скверный

Question 51

Onafhankelijk

Answer 51

Независимый

Question 52

Onbewust

Answer 52

Неосознанно Непроизвольный Не подозревающий

Question 53

Onvergetelijk

Answer 53

Незабываемый

Question 54

Onverwacht

Answer 54

Неожиданный

Question 55

Onvoldoende

Answer 55

Недостаточный, неудовлетворительный

Question 56

Opgelucht Opgelucht ademhalen

Answer 56

Облегченно, с облегчением

Question 57

Opmerkelijk Ik vind het opmerkelijk dat…

Answer 57

Примечательно, примечательный

Question 58

Ouderwets Onderwijs zonder internet is niet meer van deze tijd, dat is ouderwets.

Answer 58

Старомодный

Question 59

Overbodig Je moet op een vliegreis voor elke kilo bagage betalen. We laten alle overbodige dingen dus thuis. Overbodig te zeggen..

Answer 59

Излишний

Question 60

Persoonlijk

Answer 60

Индивидуальный, личный

Question 61

Praktisch

Answer 61

Практический, практичный

Question 62

Rechtdoorzee Ik vind Nederlanders rechtdoorzee (Eerlijk, direct)

Answer 62

Честный, прямой

Question 63

Ruim In Amsterdam zijn ruim vijftig musea.

Answer 63

Просторный, широкий Свыше

Question 64

Rustig

Answer 64

Спокойный, умеренный

Question 65

Geslaagd

Answer 65

Успешно