Moeilijke opdrachten/vragen Flashcards
Verklaar het verschil tussen de multipliers van de autonome bestedingen en de multiplier van de algemene heffingskorting.
Een verhoging van de algemene heffingskorting leidt tot een verhoging van het besteedbaar inkomen, waarna een deel van deze verhoging gespaard wordt. Er ontstaat direct al een spaarlek in periode 1, dat ontbreekt bij een verhoging van de overheidsbestedingen. Door dit extra spaarlek is de multiplierwerking bij de algemene heffingskorting lager dan van een verhoging van de overheidsbestedingen.
Bereken het bedrag waarmee de autonome overheidsbestedingen zouden moeten worden verhoogd om de conjuncturele werkloosheid volledig te laten verdwijnen.
^(verandering Y)= (multiplier, CO,IO,OO) x ^Oo
Berekent met hoeveel miljard euro het overheidssaldo hierdoor verslechterd.
(B-O) -> MB x (verandering Y) - (verandering overheidsbestedingen)
Bereken de toename van de werkgelegenheid door deze maatregel.
^Y= (multiplier Bo) x (heffingskorting)