Module 5: Gerechtelijk recht Flashcards

1
Q

definieer gerechtelijk recht

A

geheel van regels met betrekking tot:
- inrichting RM
- bevoegdheid RM
- manier waarop er geprocedereerd wordt in een burgerlijk geschil
- rechtsmiddelen tegen de uitspraken
- tenuitvoerlegging van de uitspraken

= bepalen bij wie en hoe subjectieve rechten kunnen worden afgedwongen

= geen dwingende regels naar rechtsonderhorigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef de fundamentele principes van “recht spreken”

A
  1. onafhankelijkheid en onpartijdigheid
  2. verplicht uitspraak doen
  3. verbod om algemene regels uit te spreken
  4. motiveringsplicht
  5. openbaarheid
  6. mogelijkheid om rechtsmiddelen in te stellen
  7. recht zich te verdedigen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Verklaar: onafhankelijkheid

A

artikel 151 GW: rechters zijn onafhankelijk en doen op die wijze uitspraak

onafhankelijkheid tav:
- politieke macht/UM
- andere rechters

politieke macht/UM
* UM kan niet tussenkomen in geschillen
- rechters levenslang benoemen (tot 70j)
- niet afzetten bij negatieve uitkomst voor de persoon/partij

andere rechters
niet gebonden door precedenten van andere hoven en rechtbanken

BEHALVE Hof van Cassatie: zeggen expliciet op welke manier een RR geïnterpreteerd moet worden door een rechter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

verklaar onpartijdigheid

A

Subjectieve onpartijdigheid
* effectief niet partijdig mogen zijn

Objectieve onpartijdigheid
* schijn van partijdigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verklaar: verplicht uitspraak doen

A
  • rechtsweigering is misdrijf
  • uitspraak doen binnen redelijke termijn: indien niet: rechter kan beslissen persoon schuldig te verklaren, maar niet te sanctioneren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

verklaar: verbod om algemene regels uit te spreken

A
  • elke zaak afzonderlijk onderzocht en beslist
  • alleen (materiële) wetgever mag algemene regels uitvaardigen
  • precedenten hebben geen juridische waarde
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

verklaar: motiveringsplicht

A
  • partijen moeten redenering van de rechter kunnen volgen
  • antwoorden op argumenten van partijen
  • “fout” antwoord =/= schending motiveringsplicht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

verklaar: openbaarheid

A
  • zittingen en uitspraken openbaar
  • uitspraak: enkel beschikkend (veroordelende) deel
  • opname in databank en op griffie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

verklaar: mogelijkheid tot rechtsmiddel in te stellen

A
  • bij meeste uitspraken kan je hoger beroep doen
  • “in laatste aanleg” enkel nog cassatieberoep
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

verklaar: recht van verdediging

A
  1. recht op advocaat
  2. reden
  3. dossier inkijken én voldoende tijd en middelen
  4. tegensprakelijk debat: geschreven conclusies mondeling voorgelegd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly