Module 3: Bronnen van het recht: Deel 1 Flashcards

1
Q

definieer Formele rechtsbronnen

A

= geven aan WAAR het recht te vinden is (in de wet, rechtspraak, …) en hoe hij eruit ziet (vorm)
= vindplaats: officiële publicaties
———-
Formele rechtsbronnen:
- wet
- algemene rechtsbeginselen
- rechstpraak
- pseudowetgeving
- paralegale normen
- rechtsleer
- gewoonte
- billijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

definieer Materiële rechtsbronnen

A

= verklaren de inhoud van de RR en verwijzen bijvoorbeeld naar de sociaaleconomische verhoudingen die aan de basis liggen van het recht of de historische bronnen waaruit ons huidig rechtstelsel is gegroeid
= ze verklaren de wil van de wetgever (= ratio legis) en worden gebruikt bij de interpretatie van de rechtsregel door de rechter
——-
WAARDOOR het recht ontstaat
(maatschappelijke opvattingen, economische factoren en ethische normen)
= achterliggende factoren die recht beïnvloeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

definieer Formele wetten

A

= alle akten van de wetgevende macht op federaal, gewestelijk of gemeenschapsniveau die formeel de titel “wet” dragen (ook D/O)
= komen tot stand volgens en bepaalde procedure (vb. goedkeuring parlement en regering), materiële wetten kunnen ook na afwijzing bindend worden gezien

=> formele wetten zijn wetten die aangenomen zijn door een WM
(= gestemd in parlement en bekrachtig etc)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Zijn alle formele wetten zuiver formeel?

A

Nee, meeste formele wetten zijn ook materieel.

Uitzonderingen: zuiver formele wetten als
1 - wet naturalisatie
2 - jaarlijke begrotingswet
3 - legercontingent
4 - wet die dotatie aan koning vastlegt
5 - wet die civiele liijst vastlegt

=> niet voor advies bij RVS wetgeving voorgelegd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

definieer Materiële wetten

A

= algemeen bindende GESCHREVEN regels
———
Materiële wetten:
- GW
- formele wetten/D/O die algemeen bindende voorschriften bevatten (behalve zuiver formeel)
- algemene, gewestelijke, provinciale en gemeentelijke verordeningen en besluiten
- internationale verdragen
- soms handelingen van de supranationale instellingen
———
=> materiële wetten zijn formeel of niet formeel: als ze gestemd worden, zijn ze formeel. als dat niet zo is, kunnen ze als gewoonte nog steeds bindend ervaren worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hiërarchie formele en materiële wetten

A
  • Internationale/supranationale rechten (met directe werking)
  • GW
  • bijzondere wet/D/O
  • Samenwerkingsakkoord
  • (gewone) wet/D/O en bekrachtigd wetskrachtig “genummerd” KB
  • KB en besluit van een deelstatelijke regering
  • ministeriële bronnen (federaal en deelstatelijk)
  • besluiten federale staatssecretarissen
  • besluiten gedecentraliseerde besturen (provincie en gemeente)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de GW?

A

Fundamentele wet die:
1) de inrichting, werking, bevoegdheid en onderlinge verhouding van de staatsmachten regelt
2) de essentiële grondrechten en vrijheden van de burgers vastlegt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kan BE een noodtoestand afkondigen? Verklaar en onderbouw met een artikel

A

Art. 187 GW: de GW kan nooit worden opgeschort, zelfs niet gedeeltelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bespreek de 3 fases van Grondwetswijziging

A

Fase 1: verklaring tot grondwetswijziging

Fase 2: ontbinding kamers en verkiezingen

Fase 3: constituante die GW kan wijzigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bespreek Fase 1 van de GW wijziging

A

Verklaring tot GW wijziging:
- Pre-constituante: K/KVV/S
- elke tak bepaalt welke artikels voor wijziging in aanmerking komen => enkel die kunnen worden herzien!
- excl. niet-wijzigbare bepalingen
- gewone meerderheid KVV/S

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Gewone/volstrekte meerderheid

A

helft +1 aanwezig én helft +1 pro

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

GW meerderheid

A

2/3 aanwezig én 2/3 pro

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bijzondere/dubbel volstrekte meerderheid

A

helft +1 aanwezig + in elke taalgroep ook helft +1 aanwezig (NL en FR), 2/3 meerderheid totaal + in elke taalgroep helft +1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bespreek fase 2 van GW wijziging

A

Ontbinding kamers en verkiezingen
- bekendmaking BS => K+S van rechtswege ontbonden
- verkiezingen binnen 40 dagen na bekendmaking in BS (art. 46 GW)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bespreek fase 3 van GW wijziging

A

constituante die GW kan wijzigen
- 2 maanden na verkiezingen => kamers bijeengeroepen
- constituante = K + nieuw verkozen KVV/S
- KAN wijzigen, niet verplicht
- enkel de artikels die de 3 machten gemeen hadden: K/KVV/S
- omstandigheidsvoorwaarden respecteren
- GW meerderheid
- bicameraal, geen advies RVS
- herziening bekrachtigd en afgekondigd door K in BS => onmiddellijk in werking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Geef artikel over GW wijziging

A

art. 195-198 GW

17
Q

2 takken internationale normen

A

Internationale verdragen
&
beslissingen van supranationale organisaties

18
Q

Protocol

A

verdrag dat een reeds bestaand verdrag aanvult

19
Q

Internationale normen: Verdragen zonder directe werking

A

1 - scheppen alleen rechten en verbintenissen tussen de staten die ze hebben afgesloten

2 - zijn niet van toepassing op rechtszoekenden van de verdragsluitende staten zolang de inhoud ervan niet door een (materiële) wet in de interne rechtsorde werd opgenomen

20
Q

Internationale normen: Verdragen met directe werking

A

1 - de in het verdrag beschreven rechten en plichten onmiddellijk en zonder verdere tussenkomst van de gezagsorganen van de ondertekende verdragspartij, toegekend of **opgelegd worden aan de burgers van de betrokken verdragspartij **

2 - kunnen rechtstreeks door de rechtszoekende voor de rechter worden ingeroepen

3 - primeren op nationale wetgeving én toekomstige wetten

21
Q

Hoe verdragen met directe werking beoordelen?

A

A. objectief criterium: tekst moet op zichzelf voldoende volledig en nauwkeurig omschreven zijn om ingeroepen te worden in rechtscolleges

EN

B. subjectief criterium: partijen moeten de bedoeling hebben om subjectieve rechten en verplichtingen aan de rechtsonderhorigen op te leggen

22
Q

EU-instellingen (supranationale normen): soorten uitvaardigingen

A

Verordeningen
Richtlijnen
Besluiten
Aanbevelingen
Adviezen

23
Q

Regeling hiërarchie: GW-internationaal recht

A

wetgever mag niet instemmen met internationale verdragen die in strijd zijn met de GW

24
Q

Regeling hiërarchie: GW-EU

A

eigenlijk voorrang Unierecht op GW
MAAR
1) GW (art. 34) vormt basis voor de voorrang van het EU-recht => diezelfde Gw kan ook grenzen stellen aan die voorrang
2) MAG NIET rechtreeks raken aan een aspect van de democratische rechtsstaat dat dermate essentieel is dat de vrijwaring ervan alle burgers aanbelandt

25
definitie internationale normen
bindende regels op het niveau van internationale gemeenschap kunnen enkel tot stand komen wanneer de **staten overgaan tot het afsluiten van internationale verdragen** of wanneer die **staten aan internationale organisaties de bevoegdheid hebben toegekend** om in bepaalde aangelegenheden zelf beslissingen te maken.
26
definieer internationale verdragen
= internationale akkoorden die schriftelijk worden gesloten tussen staten OF tussen staten en internationale organisaties en die beheerst worden door het volkensrecht
27
definieer "beslissingen van supranationale organisaties"
= internationale instellingen die bij hun oprichtingsverdrag van de llidstaten bepaalde **exclusieve bevoegdheden** hebben verkregen waardoor zij maatregelen kunnen nemen die **zowel voor de lidstaten als voor de rechtszoekende van die lidstaten bindend** zijn
28
Leg uit: verordeningen van EU
voorstel: (EU) Commissie uitgevaardigd: Raad (van EU) (+ soms EU parlement) - algemene draagwijdte - EU wetten bindend in alle onderdelen - rechtstreeks van toepassing op rechtszoekenden in lidstaten = materiële wet
29
Leg uit: richtlijnen van EU
uitgevaardigd: Raad (+ EU parlement) - enkel het resultaat is bindend, middelen en vorm bepalen lidstaten zelf Wél rechtstreeks bindend maken --> EU Hof van Justitie van de EU: verticale directe werking = richtlijnen kunnen tegen overheid worden ingeroepen, maar niet tegen burgers = materiële wet
30
Leg uit: besluiten, adviezen en aanbeveligen van EU
**besluiten** - bindend in alle onderdelen - geen algemene draagwijdte - geen materiële wet **adviezen en aanbevelingen** - niet bindend - geen materiële wetten