Module 2: indeling van het recht Flashcards

1
Q

publiek recht

A
  • relatie burger en overheid
  • algemeen belang
  • ongelijkheid (overheid en burgers niet gelijk)
  • OO - dwingend recht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

privaat recht

A
  • relatie burgers onderling
  • particulier belang
  • gelijkheid (burgers gelijk)
  • aanvullend recht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

klassieke indeling

A

Publiek recht
Privaat recht
Gemengde rechtstakken
Internationaal recht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Andere indelingen van het recht

A
  • objectief & subjectief
  • materieel & formeel recht
  • aanvullend & dwingend & recht van OO
  • positief & natuurrecht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat valt er onder publiek recht?

A
  1. staatsrecht
  2. bestuursrecht
  3. staf- en strafprocesrecht
  4. fiscaal recht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat valt er onder privaat recht?

A
  1. burgerlijk recht
  2. ondernemingsrecht
  3. vennootschaps- en verenigingsrecht
  4. gerechtelijk privaatrecht
  5. IPR
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat valt er onder gemengde rechtstakken?

A
  1. economisch recht
  2. fiscaal recht
  3. sociaal recht
  4. intellectuele rechten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat valt er onder internationaal recht?

A
  1. volkenrecht
  2. supranationaal recht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

objectief vs subjectief recht

A

objectief
= geheel van RR waaraan elk RS onderworpen is
= the law

subjectief
= het recht van een RS om op basis van een eigen belang een welbepaalde juridische verplichting die is afgeleid uit een regel van het objectieve recht, dmv een rechtsvordering rechtstreeks van een derde af te dwingen
= the right

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

materieel vs formeel recht

A

materieel
= alle RR die rechten en plichten toekennen én omschrijven

formeel
= op welke wijze en met welke procedures en rechtsplegingen je de regels van materiële recht kan afdwingen
= procedurerecht
= vorm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

aanvullend vs dwingend vs OO

A

aanvullend
- kan aangevuld worden met wilsaanvullende regels
- regels die gelden als partijen niet zijn afgeweken
- steeds mogelijk te stoppen
- afwijken mogelijk

dwingend
- beschermen van private belangen
- allemaal dwingend, niet bindend
- afstand nadat recht verworven is
- relatieve nietigheid, enkel door beschermende partij

oo
- GZ of essentiële grondslagen maatschappelijke ordening
- geen afstand van doen
- absolute nietigheid die door iedereen, incl rechter, kan ingeroepen worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

positief recht vs natuurrecht

A

positief recht = hoe het recht is vandaag

natuurrecht = wenselijke, ideale recht
=> rechtsfilosofie!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Geef twee oorzaken voor de vervaging van de grens tussen privaat en publiek recht

A

Toenemende rol van overheid door:
1. publiekrecht toepasbaar op privaatrecht (= openbaarheid in ondernemingsrecht of financieel recht: rekeninghoudend met minderheid/onbevoorrechte)
2. privaatrecht toepasbaar op publiekrecht (= privatisering)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Definieer burgerlijk recht

A

Regelt de verhoudingen tussen de burgers onderling en bevat de algemee en essentiële begrippen van het recht. Het is opsplitsbaar in familierecht en vermogensrecht.

Het familierecht bevat regelingen die inherent zijn aan de persoon.

Het vermogensrecht regelt de betrekkingen tussen rechtssubjecten en goederen (zakenrecht) of tussen rechtssubjecten onderling m.b.t. goederen (verbintenissenrecht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

definieer ondernemingsrecht

A

Bevat alle bijzondere en afwijkende regels voor ondernemingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

definieer vennootschaps- en verenigingsrecht

A

Bevat het geheel van algemene en specifieke regels dat van toepassing is op respectievelijk alle en welbepaalde venootschappen, stichtingen en verenigingen.

17
Q

definieer gerechtelijk privaatrecht

A

omvat het geheel van regels met betrekking tot
- organisatie, bevoegdheid en werking van de rechterlijke macht
- de manier waarop in een privaatrechtelijk geschil geprocedereerd wordt
- de rechtsmiddelen die tegen aldus verkregen uitspraken kunnen worden aangewend
- de tenuitvoerlegging van die uitspraken

18
Q

definieer internationaal privaatrecht

A

geldt wanneer op eenzelfde rechtstoestand rechtssystemen van meerdere langsen van toepassing zijn.

het IPR bepaalt
- welke rechter bevoegd is
- welke regelgeving moet worden toegepast in een privaatrechtelijk conflict met een buitenlandse component
- afdwingbaarheid van buitenlandse beslisingen in België

19
Q

definieer staatsrecht (of grondwettelijk recht)

A

omvat het geheel van regels met betrekking tot de inrichting, de bevoegdheid, de werking en de onderlinge verhouding van de organen van de Staat, evenals fundamentele rechten en vrijheden van de burgers

20
Q

definieer bestuurs- of administratief recht

A

bevat de regels mbt de organisatie, bevoegdheid en werking van de staatsorganen die niet tot de RM of WM behoren

dus wel UM en administratieve overheden

21
Q

definieer strafrecht

A

geheel van normen die de strafbare gedragingen aangeven en de sancties bepalen en die worden uitgevaardigd tot behoud van een aantal waarden, de openbare orde en veiligheid

22
Q

definieer strafprocesrecht

A

omvat de regels die bepalen:
- door wie en op welke wijze de misdrijven en de vermoedelijke daders ervan zullen worden vastgestels en opgespoord
- door wie en welke rechtscolleges de beklaagden zullejn worden vervolgd
- hoe die rechtscolleges beslissen
- hoe die beslissingen ten uitvoer zullen worden gelegd

23
Q

definieer fiscaal recht

A

omvat het geheel van recjhtsregels waarin is vasteglegd welke belastingen de overheid kan vragen van de deelnemers in de samenleving, hoe die worden begroot, ingevorderd en hoe de betwisting geschiedt.

Belastingen zijn eenzijdig door de daartoe GW gemachtigde overheid opgelegde financiële prestaties aan personen die op hun grondgebied wonen of er belangen hebben, teneinde de openbare dienstverlening in haar geheel genomen te financieren

24
Q

definieer economisch recht (of marktrecht)

A

omvat de regels waarmee de overheid de economische activiteit beoogt te reglementeren en te organiseren

omvat ook mededingingsrecht, het marktpraktijkenrecht en de consumentenbescherming en de prijsreglementering.

25
definieer financieel recht
is het geheel van maatregelen dat de **bescherming van de privéspaarders** en de **vrijwaring van het vertrouwen van het publiek in de financiële ondernemingen** nastreeft
26
definieer sociaal recht
kan orden opgedeeld in arbeidsrecht en socialezekerheidsrecht arbeidsrecht = regelt verhoudingen die ontstaan ingevolge het presteren van arbeid in een band van ondergeschiktheid socialezekerheidsrecht = normen die enerzijds willen garanderen dat burger een **vergelijkbare levensstandaard** kan behouden en hem anderzijds een **minimuminkomen** wil waarborgen om hem van armoede te vrijwaren
27
definieer intellectuele rechten
rechten die verbonden zijn aan de **creaties van de menselijke geest**, los van materiële realisatie ervan, en die beogen de **titularis ervan te beschermen tegen namaak of misbruik**
28
definieer volkenrecht
normen die in de internationale maatschappij de **betrekkingen regelen tussen de staten onderling en tussen staten internationale organisaties**, en die tevens de **inrichting en de werking** van die internationale organisaties regelen. komt tot stand via **internationale verdrgen**, maar ook via het **internationaal gewoonterecht** (ongeschreven recht of statenpraktijk) en **"door beschaafde naties erkende algemene rechtsbeginselen"**
29
definieer supranationaal recht
regels die worden uitgevaardigd door **supranationale instellingen** aan wie de lidstaten een deel van hun **bevoegdheid hebben overgedragen**.