Module 2: Marques Flashcards
en zelfs
voire
opbergen, opruimen
ranger
diepgeworteld in
ancré dans
verbeelding, fantasie
un imaginaire
bovendien
de surcroît
(boven) genoemd
ledit
een kruidenierswinkel
une épicierie
alledaags, gewoon
terre-à-terre
waar je niet omheen kan, onvermijdelijk
incontournable
gehechtheid, genegenheid
un attachement
rekening houden met
tenir compte de
overeenkomst, gelijkheid, verwantschap
une affinité
op dat gebied
en la matière
minimaliseren
minimiser
een stuk
un pan
knapperig, krokant
croustillant
gekruid
épicé
oppeuzelen
grignoter
bekendheid, reputatie
la renommée
merk
une enseigne
A-merk, toonaangevend product
le produit phare
de omzet
le chiffre d’affaires
steeds een andere vorm aannemen
décliner
oveschrijden
dépasser
bakvorm
un moule
zoals de traditie het vraagt
tradition oblige
verkopen
réaliser des ventes
gezelligheid
la convivialité
het delen
le partage
essentieel, doorslaggevend
primordial
grondstoffen
les matières premières
massaproductie
la production de masse
zich zorgen maken over
se tracasser de
een distributiekanaal
un canal de distribution
algemeen bekend
notoire
(naam) bekendheid
la notoriété
dopen
tremper
uiteenvallen, hier: verkruimelen
se décomposer
sterk in de belangstelling staan
mettre à l’honneur